Voor het eerst je stem uitbrengen voor de Tweede Kamer: voor veel mensen is dat toch wel ‘een momentje’. Veel studenten mogen volgende maand voor het eerst. Maar op wie te stemmen? Zo'n zeven op de tien eerste-generatie-stemmers weet het nog niet, blijkt uit een enquête van Vox.

Jeroen Dijsselbloem weet het nog goed, vertelde hij deze week in Nijmegen: hoe hij samen met zijn moeder voor de eerste keer naar het stemlokaal ging, en haar liet schrikken door voor de PvdA te kiezen. Veel studenten van de Radboud Universiteit beleven volgende maand hun politieke ontgroening. Met of zonder moeder.

En dat is te danken aan Mark Rutte en zijn regering, die de volle vier jaar uitzat. Daardoor heeft een hele generatie studenten nog nooit eerder gestemd voor de Tweede Kamer. Op 15 maart is het voor hen eindelijk zover en kunnen deze jongeren van 18 tot en met 22 jaar voor het eerst een vakje rood kleuren voor het parlement.

Uit een enquête van Vox, ingevuld door 124 studenten van de Radboud Universiteit die nog niet eerder mochten stemmen voor de Tweede Kamer, blijkt dat het merendeel van degenen die een stem gaat uitbrengen zijn partijkeuze nog niet heeft gemaakt: 37 procent heeft nog ‘geen idee’, 34 procent twijfelt tussen twee of meer partijen en 27 procent heeft de knoop nu al doorgehakt.

Politieke desinteresse of laksheid kan de Nijmeegse eerste-generatie-stemmer niet verweten worden: slechts twee van de 124 respondenten zeggen niet te gaan stemmen. Eén van hen vanwege vakantie. 12 personen zeggen misschien te gaan stemmen. Het merendeel, 110 studenten, zegt zeker wel te gaan stemmen.

Social media
De vraag is op welke partij. Veel studenten moeten zich nog informeren, gezien het groot aantal studenten dat wel gaat stemmen, maar nog niet weet op welke partij. De rol van online kieshulpen zoals de Stemwijzer is hierin niet te onderschatten: maar liefst 73 procent van de jonge kiezers op de campus zegt zich met behulp van zo’n kieshulp te informeren. Die informatiebron wordt nauw gevolgd door het dagelijkse nieuws met 70 procent. 63 procent van de studenten informeert zich door discussies met vrienden of familie.

Rectificatie: Dit artikel is op 15 maart aangepast. Door een rekenfout stond er bij informatiebron ‘sociale media’ in de tweede grafiek een veel hoger percentage, namelijk 77 procent, dan zou moeten. Dit is aangepast naar het juiste percentage.