Wetenschap delen via het internet, in plaats van via de afgeschermde wereld van de tijdschriften en publicaties. Vanmiddag breekt de Britse wetenschapper Cameron Neylon een lans voor het zogeheten open access. Volgens UB-directeur Natalia Grygierczyk staan we aan de vooravond van een nieuw, revolutionair tijdperk in de wetenschapsbeoefening. Als steeds meer wetenschappers in de wereld hun output delen via internet ontstaan er ongekende mogelijkheden voor onderzoek. Cameron Neylon zal vanmiddag in een lezing in de Refter, vanwege de Internationale Open Access Week, een kijkje geven in de keuken van de data-uitwisseling. Neylon is verbonden aan Public Library of Science (PLOS) en een groot pleitbezorger van open access. UB-directeur Natalia Grygierczyk noemt als voorbeeld de manier waarop talloze mensen nu al langs de digitale weg hun data prijsgeven over klimaatgegevens of sterrenonderzoek. ‘Die geweldige hoeveelheid materiaal kun je via datamining op robots ontsluiten. Zo kun je nieuwe patronen ontdekken die je op andere manieren niet ziet.’ De aankondiging bij de lezing vanmiddag, als zou dit ‘een revolutionair tijdperk in de wetenschap’ inluiden, noemt ze niet overdreven. ‘Dit biedt een ongekend potentieel waarvan we onszelf nauwelijks een voorstelling kunnen maken. We staan aan de vooravond van iets nieuws.’ Publiek toegankelijke data zijn voer voor leken die op de loop kunnen gaan met conclusies die in een welgevallig straatje passen. Inderdaad een debat dat open access oproept, zegt Grycierczyk. ‘De rol van het wetenschappelijk regime gaat in open access niet overboord. Als iemand op straat iets gaat roepen, is het nog geen wetenschappelijke conclusie.’ De UB-directeur benadrukt dat de redactie op wetenschappelijke teksten ook in het digitale tijdperk blijft bestaan. / Tekst: Paul van den Broek, foto: Subcircle Vanmiddag 16.00 – 18.00 uur: Cameron Neylon over open access, zijzaal Refter, met borrel na afloop. Voertaal is Engels.