De Nederlandse radioantenne op de Chinese satelliet Queqiao, die rondjes om de maan draait, doet het. Dat vernamen de Nijmeegse astronoom Marc Klein Wolt en zijn team gisteren van hun Chinese collega’s.

‘Alles functioneert en de instrumenten zijn ‘gezond’’, vertelt Klein Wolt aan de telefoon. ‘Er zitten nog geen bruikbare wetenschappelijke data tussen, die volgen pas in een later stadium’, verduidelijkt hij.

Als alles straks ook gekalibreerd is (‘je wilt achtergrondruis weg kunnen filteren’) richt de ‘Nederlandse’ radioantenne zich allereerst op Jupiter en de zon. ‘Zo kun je bijvoorbeeld de invloed van zonnestraling op de aardatmosfeer onderzoeken’, legt de astronoom uit. ‘Een soort space weather.’

Uiteindelijk is het doel om ook signalen te onderzoeken die het heelal uitzond toen het pas net bestond, meer dan tien miljard jaar geleden, om zo iets over haar ontstaan te leren.

Voordat de eerste echte wetenschappelijke gegevens binnenstromen, moeten nog wel wat technische obstakels overwonnen worden, vertelt Klein Wolt. ‘We hadden voor de lancering te weinig tijd om de data-uitwisseling uitgebreid te testen, maar ik verwacht dat dat goed komt.’ Desnoods stuurt hij nog een paar technici naar mission control in Beijing.