Uitzicht
Aan de St. Annastraat wonen een man en een vrouw die elke dag rond een uur of zes – als ik met mijn AH XL-tas naar huis fiets – ieder voor hun eigen raam zitten te eten, terwijl ze uitkijken over het kruispunt voor hen. Ik vind dat prachtig, fascinerend.
Hoe zouden ze heten? Wat zouden ze eten? En zitten ze eigenlijk in hetzelfde appartement, of zit er een muur tussen hun ramen? Daar denk ik dan aan, terwijl ik uitzicht heb op hen – en zij op hun kruispunt.
Uitzicht is belangrijk. Waarom zijn bergen mooi, waarom gaan we naar de zee? Voor het uitzicht. In mijn vorige huis had ik uitzicht op de skyline van Nijmegen. De treinen, de lucht, de Stevenskerk en haar steigers. De kraan aan het Waalfront, verlicht als kerstboom. (En de Hilckmann-varkens, die ook.) Niets beter dan met een jetlag en een borrel de zon zien opkomen achter de stad.
Nu woon ik ín dat uitzicht en heb ik uitzicht op de Waal, de Waalbrug en de boten op de Waal. Ik woon in mijn oude uitzicht, zoals ik ook dagelijks in het uitzicht van de man en vrouw aan de St. Annastraat woon.
Op de campus heb ik uitzicht op het Grotiusgebouw. Niet zo spectaculair als op de bovenste verdiepingen van het Erasmus, maar ik heb de mooie zonsondergangen. En dat Grotius heeft ook wel iets. Mijn vorige kantoorgenoot verzuchtte eens – terwijl ze langs mij heen naar buiten staarde – dat het zo onwerkelijk voelt dat die mannen daar buiten in 3,5 jaar een gebouw hebben gebouwd en zij alleen een boekje heeft geschreven. Het uitzicht van de promovenda.
Laatst stond er voor het raam waar de vrouw altijd zit een leeg wijnglas, zonder iemand er achter. Waar was de vrouw? Wat was er gebeurd? Waarom was mijn uitzicht niet zoals het altijd was? Vervreemdend.
Gaan zij mij missen, als ik niet meer elke dag langs hun raam fiets, omdat mijn contract is afgelopen? Zal ik hen, hun uitzicht missen, of vind ik een nieuw uitzicht, zoals ik de Hilckman-varkens en de Stevenskerk verruilde voor de Waal en de brug?
Ons uitzicht verandert. Gedwongen, ongedwongen, omdat het fijn is, omdat het moet, om welke reden dan ook.
Het uitzicht op de Waal heb ik. Het kruispunt ook. Nu nog uitzicht op een baan.