Computer raadt wat jij gaat twitteren
De autocorrect-functie op de smartphone kennen we allemaal. Zou het niet nog handiger zijn als die functie jouw persoonlijke schrijfstijl kent en alvast opschrijft wat jij wilt zeggen? Ja, zo dacht student taalkunde Wessel Stoop. Hij bouwde een eigen tool ‘Soothsayer’ die hij vandaag presenteert. Je schrijft niet zo origineel als je misschien zelf denkt. Taalkundestudent Wessel Stoop (23) analyseerde teksten van veelschrijvers als Youp van ’t Hek (Twitter) en André Kuipers (blog). Op basis daarvan schreef hij een computerprogramma dat bij het typen van een zin al raadde hoe de zin van die persoon zou aflopen. Wat bleek: de kans dat de voorspelling van de taaltool klopte, nam enorm toe als Stoop ook de tweetberichten of blogteksten van vrienden van de ‘hoofdpersoon’ meenam in zijn analyse. Blijkbaar delen schrijvers een bepaalde schrijfstijl met hun vrienden. Vandaag presenteert Stoop, die onlangs cum laude afstudeerde – hij moet alleen nog even zijn papiertje ophalen – bij de Research Master Language & Communication, het woordvoorspellingsysteem dat hij ontwikkelde. ‘Soothsayer’ heet het en het is een tool die een schrijver helpt bij het typen van teksten. Vergelijkbaar met de autocorrect-functie op een smartphone of computer, maar dan gepersonificeerd. ‘Stel, je stopt honderd mails van jezelf in mijn programma, dan is de kans dat de computer goed voorspelt wat jij wilt schrijven net zo hoog als wanneer je 100.000 mails van willekeurige Nederlanders zou analyseren’, licht Stoop toe. Raden ‘Gewone’ autocorrect-tools zijn gebaseerd op het taalgebruik van een verzameling mensen, de Soothsayer is getraind in het taalgebruik van een individu. ‘Het programma kijkt of de zin die je wilt schrijven lijkt op iets wat jij eerder hebt getikt. Op basis daarvan gaat-ie raden.’ Stoop liet Soothsayer tweets van honderd actieve Twittergebruikers voorspellen. Om de kans dat de woordvoorspeller het goed heeft te vergroten, analyseerde Stoop dus ook de berichten van personen met wie de twitteraars het meest communiceerden. Voordeel van Soothsayer is dat de schrijver minder tekens – soms tot 50 procent minder – hoeft te gebruiken bij het typen van teksten. De computer helpt. Nadeel is dat het alleen nog maar een programma is, en geen app. Stoop ontwikkelde de tool als master thesis-project. ‘Het zou leuk zijn als iemand mijn programma zou oppikken om er een app van te maken’, aldus Stoop. Op dit moment is er alleen een demonstratiewebsite. ‘Ik presenteer Soothsayer vanmiddag op een conferentie over mensen met taal- en spraakproblemen. Voor hen zou een dergelijke app ook heel handig zijn.’ / Annemarie Haverkamp Soothsayer draait op het computerlab van de onderzoeksgroep taal- en spraaktechnologie van de Radboud Universiteit. Om anderen te laten zien wat Soothsayer kan, heeft Wessel Stoop een website gebouwd. Hierop kun je spelen met de taalmodellen van de student zelf (dus wat Soothsayer zou doen als Stoop hem gebruikt), maar ook wat hij zou doen voor fanatieke bloggers als André Kuipers of fanatieke Twitteraars als Youp van ’t Hek. Wil je zien wat Soothsayer zou doen voor jouzelf, dan kun je op de site een taalmodel laten aanmaken op basis van je eigen tweets. Stoop presenteert de Soothplayer vanmiddag op een symposium over e-learning.