‘Engels leidt tot verschraling onderwijs’
Het Engels rukt op in het universitaire onderwijs en de Radboud Universiteit doet er hard aan mee. Lotte Jensen (Nederlandse letterkunde) ziet veel nadelen. Morgen gaat ze hierover in debat met het college van bestuur.
Vanaf komend jaar gaan er op de campus zes nieuwe bacheloropleidingen in het Engels van start. Daarmee komt het totaal op acht. Het nieuws prijkte afgelopen weken prominent op www.ru.nl, in aanloop naar de open dag voor scholieren. De hoop is dat deze Engelstalige opleidingen nog meer studenten naar Nijmegen zullen trekken.
Goed nieuws op het eerste gezicht, maar is dat wel zo? Het gaat in de helft van de gevallen om Engelstalige tracks naast de bestaande opleidingen (Arts and Culture Studies, International Business Communication en Psychology), maar in drie gevallen komt de Nederlandstalige opleiding helemaal te vervallen (Artificial Intelligence, Chemistry en Molecular Life Sciences). Als dit een eerste stap is richting een algehele verengelsing van deze universiteit, sta ik uitermate kritisch tegenover deze ontwikkeling.
Beroepsuitoefening
Laat ik voorop stellen dat ik niet tegen het gebruik van Engels in het universitaire onderwijs ben – integendeel – maar ik vind wel dat het spaarzaam én doordacht moet gebeuren. Sterker nog: in veel gevallen is het veel beter om het Nederlands als voertaal te handhaven, bijvoorbeeld in de rechten, psychologie, geneeskunde, wijsbegeerte en letteren.
Om te beginnen is het belangrijk een onderscheid te maken tussen het reguliere bachelor- en masteronderwijs en de researchmaster. Het grootste deel van onze studenten leiden we niet op voor een loopbaan in het toponderzoek (waar het Engels inderdaad de lingua franca is), maar zal na de studie allerlei dienstverlenende functies in de Nederlandse samenleving gaan vervullen. Denk daarbij aan sectoren als de advocatuur, de overheid, het onderwijs en de gezondheidszorg. Deze studenten hebben meer baat bij goed onderwijs in het Nederlands dan in het Engels, want een uitstekende beheersing van het Nederlands is een absolute voorwaarde voor de latere beroepsuitoefening.
Vrijuit spreken
Doorvoering van het Engels leidt bovendien tot een inhoudelijke verschraling van het onderwijs en daarmee tot een algehele daling van het niveau. Hoe je het ook wendt of keert, het niveau van onze opleidingen staat of valt bij goede en inspirerende docenten. Het is een feit dat de meeste docenten het beste in hun moedertaal doceren, omdat ze dan vrijuit kunnen spreken. Complexe stof vraagt bovendien om genuanceerd en precies woordgebruik, zowel van docenten als studenten. Voor een verdieping van de aangeboden stof is de uitwisseling van gedachten tussen student en docent van essentieel belang.
Laten we eerlijk zijn: het Engels van de meeste docenten en studenten is daarvoor niet toereikend. Natuurlijk, je kunt iedereen op een cursus sturen, maar het Engels is en blijft een tweede taal. Zelf heb ik ook het Certificate of Proficiency in English (CPE) behaald, maar nog altijd laat ik iedere tekst en lezing in het Engels vooraf corrigeren. Het is me nog niet gelukt een foutloze tekst te produceren, zeker niet als ik over complexe, historische zaken schrijf. Dat is jammer, maar niet verontrustend. Zoals taalwetenschappers hebben aangetoond, zullen non-native speakers namelijk nooit het niveau van de moedertaalspreker evenaren, hoe veel en vaak ze ook oefenen. Maar wanneer de docenten het Engels niet vlekkeloos beheersen, wie gaan dan alle papers van studenten op juist taalgebruik corrigeren? En hoe breng je verdieping aan, wanneer je niet meer dan een standaardvocabulaire tot je beschikking hebt? Zoals publiciste Aleid Truijens het zo treffend formuleerde: ‘Het universitaire Engels is een schrale, ontbladerde lingua franca, waarin tegenstrijdigheden, dubbelzinnigheden, metaforen, humor en ironie nauwelijks mogelijk zijn – precies die stijlmiddelen waarmee je complexe gedachten verwoordt’ (de Volkskrant, 21 juni 2014).
Wittgenstein
Ten slotte nog een speciaal woordje over de geesteswetenschappen. De humaniora zijn bij uitstek taal- en contextgevoelig. Ze laten ook de meerwaarde zien van andere talen als het Frans, Duits en Spaans. Tijdens mijn studie filosofie lazen we Descartes, Foucault, Kant, Frege, Wittgenstein en Heidegger. Naast de originele tekst gebruikten we ook steeds vertalingen in het Nederlands, opdat we deze vaak uiterst complexe teksten beter konden doorgronden. Ik moet er niet aan denken dat die colleges in het steenkolenengels hadden plaatsgevonden, laat staan dat ik al mijn papers in het Engels had moeten schrijven. Het is een open deur, maar onderwijs in de humaniora is afhankelijk van een goed begrip van de taal. De inhoud verschraalt en het niveau van het onderwijs daalt, wanneer het Engels zonder meer als lingua franca in het geesteswetenschappelijke onderwijs wordt doorgevoerd. Maar dit is geen preek louter bestemd voor eigen parochie. Het geldt, mutatis mutandis, evenzeer voor opleidingen in tal van andere studies, zoals de rechten, psychologie en geneeskunde.
Lotte Jensen gaat morgen in debat met collegevoorzitter Gerard Meijer over het Engels op de campus. Plaats: hal Erasmusgebouw. Tijd: 12.45-13.30 uur. Morgen plaatst Voxweb ook een opiniebijdrage van universitair hoofddocent Liedeke Plate, die vóór Engels als lingua franca is.
Margriet van Boven schreef op 24 november 2015 om 17:48
Helemaal 100% mee eens. Heb zelf ook met gekromde tenen theologie en filosofiecolleges bijgewoond van lieden met een uiterst beperkt vocabulaire om maar te zwijgen over hun uitspraak. Als het dan werkcolleges betreft waar de deelnemers vaak hun eigen taal nauwelijks beheersen zijn we nog verder van huis.
Bovendien het gevaar dat het niveau van onze eigen taal geleidelijk afkalft als die niet meer in de alphawetenschappen beoefend wordt.
Roel Schutgens schreef op 25 november 2015 om 10:16
Het is voor veel studenten al een hele opgave om in vier of vijf jaar voldoende vaardigheden op te doen om uiteindelijk een goede, heldere, overtuigende scriptie in het Nederlands te kunnen schrijven. Dat lúkt wel, maar die vaardigheid is niet vanzelfsprekend. Colleges in matig Knutselengels (dat ik zelf spreek, en naar mijn indruk de meerderheid van mijn mededocenten ook) gaan daarbij niet helpen. Tegelijkertijd komt het overgrote deel van onze alumni terecht in uiteenlopende, vaak maatschappelijk relevante en leidinggevende functies in de Nederlandse samenleving. Een beheersing van het Nederlands op academisch niveau is daarbij bepaald behulpzaam. Kortom: goedzo Lotte, keep up the good work.
Michiel Sauter schreef op 26 november 2015 om 16:50
Het is wel merkwaardig dat de neerlandica Lotte Jensen zelfs haar Nederlands onvoldoende beheerst: “Het grootste deel van onze studenten [is hier lijdend voorwerp] leiden we niet op voor een loopbaan in het toponderzoek (…), maar zal na de studie allerlei dienstverlenende functies in de Nederlandse samenleving gaan vervullen [hier is “Het grootste deel van onze studenten” plotseling onderwerp van de zin].
André Nuytinck schreef op 27 november 2015 om 00:13
Alle lof en steun voor Lotte Jensen! Ook ik erger mij mateloos aan de in rap tempo toenemende ‘anglificering’ van de maatschappij in het algemeen en van de universiteit in het bijzonder. Ik adviseer het college van bestuur een eredoctoraat toe te kennen aan Kenny B voor zijn geweldige lied, waarin hij zingt: ‘Praat Nederlands met me’!