In het lab: botsingen onder in het Huygens
Wat bezielt een wetenschapper? Jaren ploeteren op iets waar anderen de schouders voor ophalen. Martine Zuidweg gaat op zoek naar het bloed, zweet en tranen in de laboratoria van de universiteit. Je kunt haar zien zitten achter immens grote ramen als je langs het Huygensgebouw fietst op de Heyendaalseweg. Lichtblonde haren steken net boven de computer uit. Jolijn Onvlee (23) kijkt er samen met haar collega naar plaatjes van botsende moleculen. Unieke plaatjes, want zulke haarscherpe beelden van de wisselwerking van moleculen kunnen alleen in dit gloednieuwe lab worden gemaakt. Het lab heet het Cold and Controlled Collisionslab (letterlijk: koude en gecontroleerde botsingenlab) en er werken één universitair docent, twee promovendi en twee masterstudenten. Anderhalf jaar geleden was het lab nog leeg. Bas van de Meerakker, de UD, nam apparatuur mee van zijn oude werkgever, het Max Planck Instituut in Berlijn. Anderhalf jaar lang is er gebouwd aan de opstelling. Nu zit Jolijn het grootste deel van de dag met haar rug naar grote, zilverkleurige buizen gekeerd. Verder naar achter staat een laser, afgeschermd door zwarte doeken. In de hoek van het lab plastic bakjes met alle mogelijke schroeven. Op sommige dagen is ze uren aan het sleutelen. Niet haar lievelingsbezigheid. ‘Maar je moet wel weten hoe de apparaten werken om ze optimaal te kunnen gebruiken.’ Twee maanden geleden kwam ze precies op het goede moment: de eerste resultaten kwamen binnen. Ze is een buitenbeentje, want theoreticus en experimentator ineen. Ze promoveert straks bij theoretische chemie én bij molecuul- en laserfysica. Geen voor de hand liggende combi – ‘Niet veel mensen kunnen dat’, weet haar promotor, maar ze doet graag veel tegelijk. Deed op de middelbare school ook alle talen èn alle bètavakken. Als zevenjarige las ze boekjes over sterrenkunde en dieren in Jip-en-Janneke-taal. Gingen ze wandelen, dan kende ze alle namen van overvliegende vogels. Natuurwetenschappen was haar ideale studie. Ze liep de masterstage ook al bij theoretische chemie én molecuul- en laserfysica, op het grensvlak van chemie en fysica. ‘Moleculen zijn voor mij tastbaarder dan neutrino’s of het Higgs-deeltje, omdat het de grootste bouwstenen zijn van de wereld.’ Ze leerde dat er op moleculair gebied een hoop te ontdekken viel en raakte begeesterd. Want terwijl bèta’s botsingen tussen atomen zo langzamerhand wel kennen, zijn botsende moleculen een noviteit. ‘We weten nog weinig over de wisselwerking tussen moleculen. Zo’n botsing zit heel complex in elkaar.’ Soms haperen de apparaten, of vindt ze niet wat ze zoekt. ‘Maar gelukkig heb ik dan altijd nog mijn theorie. Ik kan met de theorie in de hand gaan kijken of ik het experiment kan verbeteren.’/Martine Zuidweg Foto’s: Dick van Aalst
jan van der zeeuw schreef op 24 november 2012 om 21:10
De reactie van de moleculen voorafgaande aan de botsing, vind ik eigenlijk nog interessanter.
Want wat is dat voor mechanisme?
jan van der zeeuw
Jolijn Onvlee schreef op 27 november 2012 om 10:25
Moleculen bestaan uit elektrisch geladen deeltjes. Deze geladen deeltjes voelen elkaar al op relatief grote afstand (elektrostatische interactie). In het geval van OH – NO (zie http://www.kennislink.nl/publicaties/greep-op-botsingen-tussen-moleculen) is deze interactie zo belangrijk, dat al bepaald is wat er tijdens de botsing gebeurt, terwijl de moleculen nog niet dicht bij elkaar in de buurt zijn.