Het contract is getekend. De internationale politieorganisatie Interpol gaat gebruik maken van het rekenprogramma Bonaparte dat aan de Radboud Universiteit is ontwikkeld. De software moet Interpol helpen bij het vaststellen van de identiteit van vermiste personen.

‘Leuk natuurlijk’, reageert fysicus Willem Burgers, die het programma ontwikkelde dat op de markt is gebracht door het spin-off bedrijf SMART Research BV. ‘Interpol opereert wereldwijd en heeft als organisatie behoorlijk wat aanzien. Een mooie reclame voor mijn programma.’

Burgers ontwikkelde de software ruim vijf jaar geleden. Het werd zo goed als meteen ingezet bij de identificatie van slachtoffers van de vliegtuigramp in Tripoli in 2010. Op dit moment gebruikt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) Bonaparte bij de identificatie van slachtoffers van de MH17 en van een groep slachtoffers van de Watersnoodramp die nooit zijn geïdentificeerd.

Achternaam
Bonaparte berekent pijlsnel de kans op een verwantschap tussen DNA-profielen van slachtoffers en hun familieleden. Het kreeg de naam Bonaparte, omdat het – vergelijkbaar met Napoleon die in zijn tijd iedereen een achternaam gaf – ervoor zorgt dat onbekende slachtoffers hun naam terug krijgen. Daarnaast kan de software ingezet worden voor de identificatie van vermiste personen, zoals Interpol van plan is. Op haar website meldt de politieorganisatie: ‘The software will enable Interpol to expand its ability to assist member countries in identifying missing persons, victims of disasters and other complex identifications using this technology.’

De onderhandelingen met Interpol over het gebruik van Bonaparte begonnen twee jaar geleden al. ‘Een grote ambtelijke organisatie, dan duurt alles wat langer’, zegt Burgers erover. Komende maand reist Burgers af naar Lyon, het hoofdkwartier van Interpol, om de software te koppelen aan de database van de politieorganisatie, dat honderdduizend DNA-profielen op de server heeft staan.  Hij zal ter plekke ook personeel van Interpol trainen in het gebruik van de software. / Martine Zuidweg