Karel de Grote kwam graag in Nijmegen
Het is 1200 jaar geleden dat Karel de Grote stierf. Nijmegen was één van zijn favoriete hang-outs, en dus werd gisteren in Museum de Valkhof het Nijmeegse Karel de Grote Jaar geopend. ‘Dat Karel de Grote een residentie in Nijmegen liet bouwen is erg belangrijk geweest voor de stad.’
In de tweede helft van de achtste eeuw ging het lekker met de Frankische koning Karel de Grote. Zijn rijk strekte zich uit van het midden van Italië tot de Deense grens. Op verschillende tactische plaatsen liet de Keizer Karel grote paltsen bouwen – een paleis inclusief gebouwen voor de hofhouding en militairen. Eén van die burchten stond vanaf het jaar 777 op de plek waar nu het Valkhofpark ligt. ‘Het spijtige is dat er fysiek niets meer uit die tijd overgebleven is’, zegt Dolly Verhoeven, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van Nijmegen. ‘We weten zelfs niet hoe het paleis eruit gezien heeft, omdat de Noormannen het in 881 helemaal hebben afgebrand en er geen afbeeldingen van bewaard zijn gebleven.’
Toch heeft de stad vervolgens altijd geprofiteerd van de periode onder Karel de Grote. ‘Nadat de Noormannen weg gingen is er op dezelfde plek een nieuwe burcht gebouwd. Van de vroege Middeleeuwen tot de 19e eeuw is Nijmegen daarmee altijd een koninklijke, keizerlijke of grafelijke residentie geweest. Dat geeft natuurlijk een bepaalde status. De stad heeft er bijvoorbeeld zijn vroege stadsrechten mede aan te danken.’
‘Daarnaast is het belangrijk geweest voor het belang en de identiteit van stad’, aldus Verhoeven. Van alle plekken waar Karel de Grote een paleis had kunnen bouwen, koos hij Nijmegen – met destijds zo’n vijfhonderd bewoners. Een hele eer.
‘Plus; we weten dat hij hier redelijk graag kwam. Hij had residenties verspreid over het hele rijk. We weten dat hij het paasfeest vier keer in Nijmegen gevierd heeft. Dat was destijds het belangrijkste kerkelijke feest. Dat hij dat in Nijmegen vierde, zegt wat mij betreft heel wat. Hij had het hier blijkbaar naar zijn zin.’ / Tim van Ham