We zijn wel goed, maar te weinigen zien het. Het universiteitsbestuur laat onderzoek doen naar de reputatie van de Radboud Universiteit in binnen- en buitenland.

Aanleiding tot het onderzoek is een kritisch rapport van oud-ambasadeur Marnix Krop, die zich het afgelopen jaar heeft gebogen over de internationalisering. ‘Waarom zien zo weinigen ons staan, terwijl we het toch best goed doen’, zo verwoordt Krop de ‘interne zelftwijfel’ op de campus. Krop meent dat een reputatieonderzoek kan bijdragen aan de (internationale) strategie van de universiteit.

Het college van bestuur besloot onlangs dit reputatieonderzoek te gaan uitvoeren. Verstandig, meent Krop: ‘Je kunt blijven redeneren: “Ik doe niks en men merkt vanzelf wel een keer dat we hier goed zijn”, maar dan loop je wel een risico.’ Krop onderschrijft de toegenomen kwaliteit op de campus. ‘De universiteit is een juweeltje, maar heeft nog wat poets nodig om te kunnen stralen in de wereld.’

Gebrek aan urgentie
Krop uit in een toelichting zijn verbazing over het beperkt aantal Engelstalige bachelorstudies aan de universiteit. Dat zijn er slechts twee. ‘Het college van bestuur wil wel meer stappen zetten, maar de faculteiten zien beren op de weg. Ik signaleer in de universiteit nog steeds een gebrek aan urgentie.’ Mede naar aanleiding van het rapport heeft de universiteit vlak voor de zomer meer gas gegeven: in 2016 zal het aantal Engelstalige bachelors waarschijnlijk al zijn opgeschroefd naar acht.

Als een van de belangrijkste motieven om de uitstraling te verbeteren, noemt Krop de demografische ontwikkelingen. De Radboud Universiteit ligt midden tussen krimpregio’s, en wil ze niet al te drastisch in studentenaantal achteruitgaan, is werving in het buitenland noodzakelijk. Hij wijst op de Universiteit Maastricht, die uit noodzaak geboren al de helft van haar studenten uit het buitenland haalt. Ook Groningen en Twente worden steeds internationaler. Maar voor grensuniversiteit Nijmegen is volgens Krop nog een wereld te winnen. ‘We zetten ons momenteel op een achterstand.’

Gebrekkig netwerk
In zijn rapport doet Krop tientallen suggesties om de internationale uitstraling te verbeteren. Een ervan gaat over het Europese netwerk waarin de Radboud Universiteit deelneemt. ‘Dit telt een tiental algemene universiteiten van nogal wisselende kwaliteit en statuur’, schrijft Krop. Zes universiteiten spelen op het internationale podium nauwelijks mee, wat Krop tot de aanbeveling brengt het samenwerkingsverband op een lager pitje te zetten. Beter is het om contacten aan te knopen met instellingen die er echt toe doen. Krop noemt als voorbeeld de universiteit van Leuven en enkele instellingen in Duitsland.

Marnix Krop, voormalig ambassadeur in onder meer Warschau en Berlijn: ‘De universiteit staat met haar rug naar Europa, Nijmegen zou een kwartslag moeten draaien’. De universiteit is volgens hem te veel gericht op wat er in de Randstad en de Angelsaksische wereld gebeurt. ‘Het wordt tijd om de luiken open te zetten naar de rest van de wereld.’ / Paul van den Broek