Watervilla
Mensen bestaan voor 55 à 60 procent uit water. Een komkommer bestaat voor 95 procent uit water. En Nederland? Nederland bestaat qua oppervlakte voor 18,4 procent uit water. Waarom bouwen we dan niet veel meer op het water? In een aantal gebieden in Nederland is een nijpend woningtekort. En op het water is nog plek genoeg, zou je zeggen. Een waterwoning kan ook energieneutraal gebouwd worden en als het nodig is, is de woning verplaatsbaar. Nog beter: als het water stijgt dan lopen huizen op het land onder, maar waterwoningen bewegen mee. Dus als Rutger Bregmans Het water komt-scenario uitkomt, dan zit je het beste in een waterwoning.
Juridisch gezien is wonen op het water echter nog niet zo eenvoudig. Het water waarop je wilt bouwen moet voor ‘woningbouw’ geschikt zijn en niet bijvoorbeeld op de route van de beroepsvaart liggen. De gemeente moet een permanente woningvergunning kunnen en willen geven aan de waterbewoners. Maar denk ook aan de discussie of een waterwoning ‘roerend’ of ‘onroerend’ is. Dat is voor allerlei zaken van belang: hoe je eigenaar van de watervilla kunt worden, of je een hypotheek kunt krijgen en hoe het zit met belastingen. Er wordt daarom wel voor gepleit om in het Burgerlijk Wetboek een hoekje in te richten voor de juridische duiding van waterwoningen.
Intussen zijn er pioniers die de mooiste bouwwerken op het water doen verrijzen. Bij op het water wonen zal menigeen denken aan vervallen Amsterdamse woonboten met zelfgehaakte hangmatten. Of aan de Wietboot in Utrecht. Zo hoeft het niet te zijn. Er zijn prachtige watervilla’s die super-de-luxe zijn! Tot slot nog de komkommer uit de tweede zin van deze column. Die heeft eigenlijk niks met dit verhaal te maken en laat ik dus maar voor wat-ie is. Nat.
Lees alle columns van Lucienne van der Geld