Ruilen
Halfbakken loop ik door de zon, op zoek naar de blouse die ik gisteren kwijtraakte. Die blouse was namelijk niet van mij, daarom baal ik nu zo. Het was een spijkerblouse van een Franse vriend, en ’t stond hem heel goed, tot hij hem een paar dagen geleden ruilde voor mijn shirt. Niet geheel nuchter, natuurlijk.
‘Maarten, je shirt… fuck man, je shirt is fantastisch.’
Het shirt wás fantastisch. Ik had het ooit gekregen van kostuumontwerpers toen ik nog op de filmacademie zat. Beetje te raar, beetje te groot, maar vooral een beetje fantastisch.
‘Jouw blouse is ook de shit. Ruilen?’
-‘Fuck yeah!’
En zo geschiedde. Ik was gehecht aan mijn filmacademieshirt, maar ook blij eens een Franse spijkerblouse te dragen. Over de ruil werd niet meer gesproken, maar zoals meestal met zulke toevallige plechtigheden was het voor ons beiden duidelijk dat het over een tijdelijke ruil ging.
Gisternacht droeg ik daarom de spijkerblouse nog één keer, voordat ik hem terug zou geven. En daar ging het mis. In een club kwam ik mijn broerlief tegen – niet geheel nuchter, opnieuw – in een shirt dat ik hem vorige week voor zijn verjaardag had gegeven. Ik had het eigenlijk voor mezelf gekocht, maar volgens mijn vriendin was het meer iets voor hem dan voor mij. Ik leek al zoveel op hem en kon haar niet verder in de war (of in verleiding) brengen, dus kreeg hij het shirt. Dat wrong.
‘Hee bro… Leuk kadootje, toch?’
-‘Jo Marty, heel chill ja.’
‘Maar ehm… eigenlijk had ik het voor mezelf gekocht.’
-‘Oh…’
‘Ruilen…?’
-‘Nee man.’
‘Pleaase, voor een dagje?’
-‘Vooruit dan maar, kleine.’
Zo leende ik mijn Franse spijkerblouse en het shirt eronder (officieel van mijn vriendin) uit en nam het kadootje voor mijn broer aan. Het filmacademieshirt werd ondertussen waarschijnlijk ergens door een Pools meisje in een Frans bed gedragen. Wat mijn vriendin in Helsinki op dat moment droeg, weet ik niet, waarschijnlijk iets van mij. Vandaag had mijn broer raar genoeg alleen nog haar shirt. Naar die spijkerblouse loop ik nu dus te zoeken. Niemand weet waar die is, maar iemand, ergens in deze deeleconomie van kleren, draagt hem nu. Dat moet wel.
Lees alle columns van Maarten van Gestel