Nepartsen
‘Iedereen los’, roep ik dapper, net voordat ik de elektriciteitsshock toedien bij mijn psychiatrische patiënt. Elektroshocktherapie is een van de laatste behandelopties bij zwaar depressieve patiënten. Door de elektrische shock krijgt de patiënt een epileptische toeval en zullen zijn ledematen spastisch gaan samentrekken. Ik sta met de shakende hand van de patiënt in de mijne, zo merk je namelijk precies wanneer de toeval is afgelopen. Ik voel de hand verslappen en geef opgelucht de duur door aan de psychiater.
Tja, psychiaters: het is een bijzonder subgroepje binnen de wereld van de medische specialisten. Per cogroep zijn er altijd twee of drie studenten die het vak serieus overwegen, de rest maakt deze ‘nepdokters’ graag belachelijk. Vraag een co om een beeld van de doorsnee psychiater te schetsen, en je krijgt het volgende gegarandeerd te horen: psychiaters hebben een bizar slechte kledingsmaak (gebreide sokken onder te korte, vale ribbroeken is eerder regel dan uitzondering) en ze weten het verschil tussen een ureter (die lopen van de nier naar de blaas) en een urethra (je plasbuis) niet eens.
Ik overdrijf trouwens niet. Tijdens mijn coschap neurologie assisteerde ik een keer de neuroloog met een bijscholing aan psychiaters. Even het neurologisch onderzoek opfrissen. Toen ik de reflexhamers uitdeelde, staarden ze me allemaal aan alsof ik ze net een bos winterpenen in hun hand had gedrukt. Psychiaters hebben in geen jaren meer een stethoscoop of reflexhamer in hun handen gehad.
Toch ervaren bijna alle coassistenten hun tijd bij psychiatrie wel als een heel ‘vet’ coschap. Als je geluk hebt, wordt je op de gesloten psychiatrische afdeling of bij de crisisdienst ingedeeld. Zo zie je bijvoorbeeld hallucinerende, psychotische patiënten die je ervan beschuldigen in ‘het complot’ te zitten, of verslaafden die het verwaarloosbaar vinden dat ze ’s ochtends voordat ze naar hun werk rijden (!) al twee flessen sherry achter de kiezen hebben.
Een patiënt die mij is bijgebleven is een 22-jarig meisje dat ik op de spoedeisende hulp zag vanwege haar poging tot zelfmoord. Ze was op de treinrails gaan liggen, met het verliezen van haar onderbenen tot gevolg. Ik vond het extreem heftig om een leeftijdsgenoot – met haar twee stompjes, zittend in een rolstoel – tegenover me te hebben.
Waarom ik het specialisme nog steeds overweeg, is vanwege de workin’ 9 to 5, what a way to make a livin’-mentaliteit. Elke middag kun je op de afdeling vanaf 17.00 uur een speld horen vallen. Ben je onverhoopt toch na vijven nog aanwezig, dan zul je de beveiliging van het Radboudumc moeten bellen om je buiten te laten. Alle deuren zitten potdicht.
Lees alle columns van De Co