Sorteerhoed
Ik zie mezelf nog staan, tweeënhalf jaar geleden op de introductiemarkt, trots met een Jumbo-tasje bij de kraampjes van Ovum en Carolus. Ik kende de stereotiepe student natuurlijk uit mythen en sagen: geen geld, veel feesten, soms studeren maar vooral ook niet te vaak. Ergens voelde ik die ambitie ook branden. Zoals je bij Griffoendor een held en bij Zwadderich een schurk wordt, zou ik bij Ovum of Carolus een échte student worden.
Tegelijkertijd begon ik aan mijn studie filosofie en zat geen van mijn mentorpapa’s- en mama’s bij een vereniging. Op mijn naïeve vraag of het leuk kon zijn om me bij zoiets aan te sluiten, antwoordden ze met een vertwijfeld ‘misschien wel’. Niet gek: een filosofiestudent ziet zichzelf doorgaans graag als een autonome dwarsdenker die zich niet makkelijk naar de kuddementaliteit van studentenverenigingen laat voegen.
Na de intro nam ik genoegen met de studievereniging en was ik gelukkig. Voor een tijdje was alles vredig en stabiel in onze filosofenstal. Tot er iets merkwaardigs gebeurde. Een van mijn ‘klasgenoten’ besloot zich tot de Carolus-clan te bekeren. Want hij verhuisde naar een dispuutshuis en had dus weinig keuze. Zaadjes van verbaasd en onwennig gefluister in onze collegezaaltjes groeiden uit tot vragen. “En, ehm, hoe is het nou, dat dispuutsleven?” Waarop hij nuchter kon bevestigen dat zijn poep niet van kleur veranderd was en hij nog steeds onder de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens viel.
Twee jaar later geniet hij ongetwijfeld nog steeds diezelfde mensenrechten, en hoewel ik het niet met zekerheid kan zeggen, verwacht ik niet dat zijn ontlasting een chemische transformatie heeft doorgemaakt. Sterker nog, de beste jongen is een fervent honoursstudent en haalt hogere punten dan al onze voormalige mentorpapa’s- en mama’s bij elkaar.
Voor mijn dispuutsmaagdelijke ogen zag ik het stereotype van de steevast zuipende, niet-studerende student afbrokkelen. Ironisch genoeg schets ik ondertussen zelf een nieuw stereotype, namelijk dat van de autonome dwarsdenkende filosofiestudent, waar natuurlijk ook geen zak van klopt. ’t Is even niet anders.
Oja, de moraal. Ben jij, lezer, toevallig een eerstejaars die zich afvraagt of het leuk kan zijn om bij een vereniging te gaan? Probeer het! Ik ben verdomme de Sorteerhoed niet.
Lees alle columns van Maarten van Gestel