Antropologisch genoegen
De start van het academisch jaar is voor mij traditioneel het moment om snelstens op vakantie te gaan. Nog even opladen voor het nieuwe collegeseizoen. Even nog wat zon pakken, even klaarstomen om er weer volledig tegenaan te kunnen gaan. Dat zou het tenminste kunnen zijn als ik een andere bestemming zou kiezen dan het strand van Mallorca.
Nu wist ik dat natuurlijk al heel lang omdat ik voor zo’n beetje de tiende keer met mijn beste vriend, die ook gepromoveerd academicus is, die kant op ging. Van de verbazing van ons Mallorcaanse debuut zijn we eigenlijk nooit bekomen – en als wetenschapper ga je toch (en blijkbaar zelfs telkens weer) voor de verwondering. De stranden die we frequenteren worden uitsluitend bevolkt door Duitsers, op twee wat misplaatste Radboudianen na. Het heeft mijn beeld van onze oosterburen – sorry Duitslandstudies – volledig gekleurd – en niet per se in positieve zin.
Nergens heb ik zo veel in de huid geïnjecteerde inkt gezien, nergens heb ik zo veel drank (en zo vroeg op de dag) zien wegklokken als op dit ooit idyllische eiland. Zelden heb ik ook een plek gezien die zo ver weg staat van de academische wereld. Dat alles wordt de godsganse dag gelardeerd met schlagermuziek. En dan niet de schlagermuziek waar mijn ouders vroeger de tv nog weleens voor aan wilden zetten, maar een aparte ondersoort: de Ballermanschlager. De thematiek van deze zwaar onderschatte kunstvariant is voor de weldenkende lezer wel in te schatten.
Het mooie is dat ik me elk jaar verheug op deze trip, maar met nog meer zin ook weer terugkeer naar de universiteit. De contrasten kunnen niet groter zijn – tenzij ik natuurlijk straks in de collegebanken studenten aantref die ook net terug zijn uit Mallorca, al lijkt die kans mij, als ik hier zo om me heen kijk, niet bepaald groot. In ieder geval kan ik elke academicus aanraden ten minste één keer hier naartoe te komen. Het relativeert de eigen leefwereld als een dolle, en dat kan de ivoren toren best gebruiken.
Lees alle columns van PH neutraal