April Fool’s Day
‘Heb je die mail gezien over die Engels-check?’, vroeg mijn Utrechtse collega. Ik opende de mail: in het kader van de toekomstige visitatie moesten alle docenten asap hun Engelse taalvaardigheid laten checken, ook al geven ze op dit moment geen college in het Engels. Op de Radboud Universiteit was dat allemaal al lang ingevoerd, stond er. (Huh?) Aankomende vrijdag werden we geacht naar een bepaalde kamer te komen om ons Engels te laten checken en als je niet kon, moest je mailen om een nieuwe afspraak te maken.
Goh, dat zouden ze ook eens met Nederlands moeten doen, dacht ik, terwijl ik de mail archiveerde (want ik kon vrijdag niet en verwachtte t.z.t. dan nog wel een herinneringsmail te krijgen). Een paar minuten later viel de penny: dit moest wel een 1 aprilgrap zijn! In 1 aprilgrappen wordt namelijk nooit een datum genoemd, alleen een dag. Toch was het een goede grap – en zoals in alle goede grappen, zat ook hier een kern van waarheid in.
Misschien is het serieus wél een goed idee om de taalvaardigheid van docenten te checken, te beginnen met het Nederlands. Bussemaker stelde toch dat Nederlands de hoofdtaal in het onderwijs moet blijven? (Of was dat ook een grap?!) Ik verbaas me al jaren over het taalgebruik van sommige docenten, van schrijfcursussen nog wel. Als docenten zelf consequent spatiefouten maken, hoe moeten studenten dan weten dat samenstellingen in het Nederlands aan elkaar geschreven worden? En hoe moeten studenten ooit hun punt maken, als docenten niet weten wat het verschil is tussen ‘tenslotte’ en ‘ten slotte’? Taal komt in vrijwel elk beoordelingsformulier voor, maar als een docent niet weet wat goed en fout is, wat wordt er dan eigenlijk getoetst? Ja ja, ‘er zijn belangrijkere dingen dan die stomme spellingsregeltjes’ en ‘als de bedoeling duidelijk is, dan is het genoeg’, maar nee, gewoon nee.
Terwijl ik droomde over een soort van taalrijbewijs voor docenten (met door iedereen gehate vernieuwing om de zoveel jaar en met verschillende extensies: met Rijbewijs A mag je mondeling doceren (maar zonder complexe bijzinnen, daar heb je Rijbewijs B voor nodig, met Rijbewijs C mag je ook masterscripties nakijken en met Rijbewijs E mag je powerpoints maken), typte mijn collega hardop haar reactie op de 1 aprilgrap: ‘Vanuit onze opleiding alvast een Engelse taalvraag: is het April Fool’s Day, of April Fools’ Day?’ Unlike deze column, heeft die grap wel een clue.
Lees alle columns van Merel van Goch