Bijnamen
Er zijn allerlei mensen die je regelmatig tegenkomt in de openbare ruimte (supermarkt, trein, theater…) maar die je verder niet kent en van wie je de naam niet weet. Sommigen zie je echter zo vaak dat ze als het ware goede bekenden worden. Je gaat elkaar groeten en soms maak je zelfs een praatje.
Mijn ouders, mijn zus en ik verzonnen vroeger tijdens vakanties voortdurend bijnamen voor zulke mensen. Zo verbleven wij tijdens een wintersportvakantie in hetzelfde hotel als de Fijnproever (een zakenman die dure Bourgognes liet walsen in grote glazen), de Huppelaar (die wel erg apart danste met zijn vrouw), Babyface (een jonge vader met bolle rode wangen), de Operazangeres (een evident zeer muzikale vrouw), en Ohne Sahne (het verwende zoontje van de Operazangeres dat geen slagroom op zijn toetje wilde). Je moest wel erg saai en onopvallend zijn om geen bijnaam van ons te krijgen.
Ik herinner me nog hoe geschokt wij waren toen we hoorden dat de echtgenoot van de Operazangeres zijn been had gebroken toen hij na zijn eerste skiles alleen een zwarte piste was afgegaan. Naar aanleiding van dit ongeluk spraken we met de Operazangeres, die aangeslagen vertelde dat haar man, een bekende dirigent, wel vaker onverantwoorde risico’s nam. Enige tijd later vernamen we uit de krant dat de Dirigent was verdronken toen hij, voorafgaand aan een concert in Israël, te ver in zee was gezwommen. Wat hadden we te doen met de Operazangeres en Ohne Sahne!
Nog steeds heb ik een onbedwingbare neiging om bijnamen te geven aan onbekenden. Zo trek ik mijn wekelijke baantjes in het Nijmeegse Erica Terpstra-zwembad met onder anderen het Nijlpaard, Jaap de Hoop Scheffer en zijn vrouw (de gelijkenis met de vroegere CDA-politicus is treffend), de Aso (gaat nooit opzij), de Jojo (beweegt meer op-en-neer dan vooruit), en het Kwebbelduo (twee studentes die vooral kletsen en nauwelijks vooruitkomen). Elke zondag om 13.00 uur wordt het zwembad overgenomen door de strakke Speedo zwembroekjes van Gay-zwemvereniging De Spetters, met als leden onder anderen de Banaan (sorry, het is niet anders) en het Badmutsje (vanwege de badmuts die achter zijn zwembroek bungelt).
Bijnamen verzinnen, het blijft leuk. Alleen begin ik me zorgen te maken over het Nijlpaard, want die heb ik nu al een paar weken niet gezien.
Lees alle columns van Frits Vaandrager