Boxdenkers
‘Okayyy, maaiii neame is Dave.’ Een Australische dominee grijnst naar me via zijn webcam. Het beeld is korrelig. Net keek ik op YouTube al naar Sasha en Christian, twee Duitse vloggers. Hun beeld was juist te scherp. Je zag dat de boekenkast achter hen een grote chaos was, en dat Sasha zijn poloshirt niet had gestreken. Hij zei dat zijn Engels ‘not so good’ was, en dat klopte wel. Toch kijk ik. Dave, Sasha, Christian en ik hebben namelijk iets gemeen. We delen dezelfde hobby.
Nu we allemaal zijn geïsoleerd in onze huizen zoeken we tijdverdrijf en contact met lotgenoten. Het internet biedt uitkomst. Terwijl sommigen er nu het bolsjewistisch-maçonniek-buitenaardse wereldcomplot ontsluiten, zoeken de meesten een onschuldige hobby met onschuldige soortgenoten.
Zo runt een oud-huisgenoot van mij nu een digitaal knikkerrace-imperium. Terwijl de balletjes door een baan rollen schreeuwt hij zijn commentaar over jankende elektrische gitaren. ‘De vorige keer kwam Miss Marble op een teleurstellende zevende plek binnen, maar nu, nu staat ze er gewoon. Helemaal sharp! Helemaal scherp!’ Je vergeet dat het om knikkers gaat.
Een Zweedse vriendin borduurt ondertussen vagina’s. Het is een daad van verzet tegen het patriarchaat. Op feministische fora delen zij en anderen trots hun lapjes. De autobiografische werken blijken ook goed voorlichtingsmateriaal voor bedpartners die een landkaart nodig hebben. Met naald en draad dichten de borduuractivisten de orgasmekloof.
Mijn nieuwe coronahobby is een stuk minder spannend: Zettelkasten. Oftewel, kaartenbakken. Het is een methode om boek- en artikelnotities te maken op indexkaarten, en die dan aan elkaar verbinden met cijfer- en letterreeksen. En ja, dit heeft een doel.
Wij, Zettelkasters, vereren een Duitse socioloog die een hyperefficiënte methode ontwikkelde. Niklas Luhmann, zo heette hij, zei dat hij zo productief en creatief was door zijn kasten vol A6-papiertjes. In zijn leven schreef hij maar liefst 70 boeken en meer dan 400 academische artikelen.
Als je dit alles al suf vindt klinken: ik behoor ook nog eens tot de minst moderne minderheid in de community. Ik ben een van de analogen. Terwijl hippe notitiegoeroes hun tweede brein in minimalistische computerprogramma’s bouwen, schrijf ik mijn aantekeningen op papieren indexkaarten. Vervolgens stop ik ze in een houten doosje. Mijn vader heeft die voor mij getimmerd.
Je mag ons knullig vinden, mijn digitale vrienden op de Zettelkastenreddit, de notitievloggers en ik, met mijn houten doos en mijn indexkaarten. Maar dominee Dave en ik hebben de code gekraakt. Wij denken samen inside the box.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman