Burgerpunten
Na een aantal weken intelligente lockdown maak ik de balans op. Hoe is mijn dagelijks leven veranderd? Waar ik hiervoor van een uitgestorven stad genoot door op atypische momenten naar buiten te gaan, loop ik nu op elk moment door (te) stille straten. En waar ik in de mallemolen van mijn agenda soms verlangde naar een avond thuis, zit ik nu iedere avond in The Law Society. Gek dat ik het niet eerder zag: door contrasten in het leven, geniet je meer. Nu begrijp ik ook mijn angst voor een toekomstige (ligt gelukkig nog ver weg) pensionering: vakantie is vooral leuk als die wordt afgewisseld met werkdagen in plaats van met nog meer vrije tijd.
Over contrast gesproken: ik doe nu allerlei voor mij atypische zaken. Doordat de sociale agenda leeg is, houd ik tijd over. Afgelopen weekend heeft zich dat vertaald in het bakken van een cake. Het was mijn eerste keer. En ik heb in de tuin gesnoeid. Ook voor het eerst. Nu ik zelfs iedere avond kook op basis van recepten én met mijn staafmixer in de hand, vind ik het de hoogste tijd om mijn burgerpunten te berekenen.
Op www.burger-punten.nl kun je testen hoe burgerlijk je bent. Deze test is zowel bedoeld voor studenten als voor werkenden, en de vrolijke website omschrijft ‘burgerlijk’ als een manier van leven.
Bij het invullen, val ik meteen gruwelijk door de mand. En dat is niet eens een gevolg van mijn nieuwe corona-lucy-bakt-zelf-lifestyle. Waarschijnlijk komt het doordat ik geen alcohol meer drink en geen pizza’s bestel (laat staan dat ik ze uit een doos eet). Ik scoor wel goed omdat ik geen taartschep in mijn keukenla heb liggen en omdat een doos met kerstspullen ontbreekt in mijn huishouden. Daarentegen verpest ik het weer met m’n deurmat in de gang en het bij elkaar passende bestek. Jammer dat de test niet vraagt wát er op mijn deurmat staat, want die woorden zijn weer niet zo heel burgerlijk 😉
Na deze wake-up-call van de burgerpunten, ga ik het over een andere boeg gooien. Okay, ik bak nog een appeltaart want daarvoor heb ik alle ingrediënten al in huis. Maar daarna ga ik de vrijgekomen tijd besteden aan de wetenschap. M’n proefschrift schreeuwt al lange tijd om aandacht. En vaak kan ik die schreeuw negeren maar het is nu zo muisstil dat ik niet meer kan doen alsof ik die noodkreet niet hoor. Aan het typen dus. En wel ja, misschien bestel ik er wel een pizza bij.
Lees alle columns van Lucienne van der Geld