column

Concentratieboog

30 aug 2012

Studenten kunnen zich niet langer dan een kwartier concentreren, leerde ik bij een BKO (Basis Kwalificatie Onderwijs)-cursus. Dat had wetenschappelijk onderzoek aangetoond, zei de docente. Wilden we daarmee rekening houden? Ik kon haar redenering niet goed volgen. Kwam dat misschien omdat ze al zo lang aan het woord was? Nee, haar argumentatie rammelde simpelweg aan alle kanten. Hoe kon je uit het feit dat studenten een beperkte concentratieboog hebben de norm afleiden dat we daarmee rekening hebben te houden? Dat was net zo absurd als zeggen dat er meer wegen moeten worden aangelegd omdat er veel files staan. Dat die redenering toch zo logisch klinkt, hangt ermee samen dat we er impliciet vanuit gaan dat files slecht zijn. En ook dat ‘meer wegen’ de beste oplossing zijn voor dat probleem. En zo verzweeg de BKO-docente de aanname dat die concentratieboog van vijftien minuten een gegeven is, iets waar je als docent maar beter bij neer kunt leggen. Maar was dat wel zo? In veel vakgebieden is het een absolute must om je lang te kunnen concentreren: op het betoog van de advocaat van de tegenpartij, tijdens een lange operatie, of bij het doorgronden van een ingewikkelde tekst. De meer fundamentele vraag die hierachter zit is natuurlijk wanneer we echt moeten concluderen dat iemand iets niet kan. Een eenjarige baby kun je immers ook nog niet zindelijk maken. Lang dachten pedagogen bijvoorbeeld dat pubers hun huiswerk niet maakten omdat hun puberbrein daartoe niet in staat was. Hersenonderzoek van Eveline Crone toonde vorige week aan wat velen uit ervaring al wisten: dat dit een mythe is. Het gebrekkige vermogen om te plannen bleek erg selectief. Ze kunnen het wel, als ze het nut er maar van inzien. Ik heb zo een vermoeden dat dit bij de concentratie van studenten niet veel anders is.

Lees alle columns van Bregje van de Weijer

0 reacties

  1. Noël Vergunst schreef op 7 september 2012 om 13:13

    Je hebt een scherpe en prikkelende column geschreven over je ervaringen met BKO. De boodschap is niet dat studenten na 15 minuten in het geheel niets meer opnemen en dat we ons daar bij neer moeten leggen, maar dat de spanningsboog afneemt als je intensief luistert naar een pratende docent (zie hiervoor onder andere op pagina 11 en 12 van het artikel op http://www.dur.ac.uk/resources/tel/TR-TEL-08-04.pdf). Zeker als een docent monotoom praat, geen duidelijke structuur in het verhaal aanbrengt, niet enthousiast vertelt en geen contact zoekt met het publiek, kost het veel studenten moeite om alles wat gezegd wordt op te nemen en daadwerkelijk voor lange tijd te onthouden. Om de effectiviteit van het college te verhogen, kun bijvoorbeeld vragen stellen aan studenten of je verhaal illustreren met boeiende anekdotes. In BKO kun je ook oefenen met methoden om studenten bij de les te houden. Onze BKO-coaches observeren regelmatig docenten tijdens hoor- en werkcolleges en geven daarop feedback en concrete tips. Ik ga ervan uit dat jij als docent echt iets boeiends te vertellen hebt. Dan wil je toch ook dat jouw verhaal zo goed mogelijk over komt op jouw studenten? 

    Noël Vergunst (coördinator afdeling onderwijsondersteuning)

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!