Corona
Het is alweer een aardig tijdje geleden dat ik een column over corona schreef – het leek op de universiteit ook wel alsof het over en uit was met dat idiote virus. Heel af en toe liep er nog iemand met een mondmasker, en de dispensers met desinfectiemiddel (het feit dat ik even moest nadenken over hoe dat spul ook alweer heet, zegt genoeg) staan er nog, maar dat is het ook wel zo’n beetje. Dankzij de vaccinaties en misschien nog wel meer dankzij het verstrijken van de tijd hadden we de overwinning op de met het blote oog onzichtbare vijand behaald.
En ik heb me er wel tamelijk druk om gemaakt, in de eerste periode. Ik had toentertijd een van de lockdown uitgesloten bijbaantje waarin ik aardig wat mensen tegenkwam: elke week ging ik toch enigszins gespannen naar de test die, hoeveel volk ik ook tegenkwam, steevast negatief uitpakte zelfs nadat anderen, achteraf, wel positief testten.
‘Samen met mevrouw pH-neutraal bleek ik wat laat welkom op het coronafeestje’
Ik kreeg het ietwat megalomane idee dat ik dit virus wel kon hebben, dat mijn immuunsysteem zijn naam eer aandeed en hiervoor gewoon immuun was. Ik ontwikkelde een omgekeerde Famke Louise-houding: ‘Allereerst, ik heb geen enkel respect voor corona’. Gekscherend beweerde ik die wappies steeds beter te begrijpen in hun ontkenning van het virus – ik ontliep immers steeds de dans terwijl ik nauwe contacten met besmetten had.
Tot deze week dus. Samen met mevrouw pH-neutraal bleek ik wat laat welkom op het coronafeestje: we moeten toch wel zo’n beetje de laatsten zijn die gevloerd werden. En tamelijk stevig ook. Het geeft mij te denken over de druk die, in ieder geval op de Letterenfaculteit, op personeel en studenten wordt gelegd om gewoon weer naar de campus te komen. Hoewel ik er niet aan moet denken terug te gaan naar online onderwijs, zou ik toch voorzichtig zijn – mijn respect voor dat idiote virus is de afgelopen dagen enorm toegenomen.
Lees alle columns van PH neutraal