Cultuurpessimisme
Wanneer ik tijdens het diner iets zeg over de discipline, gründlichkeit en arbeidsethos van onze oosterburen moet een Duitse collega smadelijk lachen.
‘Dat was vroeger’, zegt hij, waarna hij aan een lang betoog begint. ‘Ik geef nu een inleidend college voor vijfhonderd eerstejaars studenten. Het onderwerp vind ik geweldig en ik ben er een tekstboek over aan het schrijven. Ik ben laaiend enthousiast en kan de stof steeds beter uitleggen. Maar het interesseert mijn studenten allemaal geen donder. Ze zitten er bij als een stelletje lamzakken, letten nauwelijks op, en checken voortdurend hun mobieltje. Soms heb ik een begrip wel drie keer uitgelegd, maar als ik er dan naar vraag kan niemand mij de definitie geven. Behalve wat Poolse studenten op de eerste rij, die zijn wel gemotiveerd. Omdat ik het belangrijk vind dat mijn studenten de basisbegrippen kennen heb ik aangekondigd dat ik af en toe, onverwachts, een kleine toets wil afnemen tijdens het college, puur om te testen of studenten hebben opgelet en de definities kennen. Die toetsen tellen dan een klein beetje mee voor het eindcijfer. Maar toen is een van de studenten naar een advocaat gestapt, en die wist mij uit te leggen dat het wettelijk niet is toegestaan om dit zo te doen. In Duitsland is er geen wettelijke verplichting om aanwezig te zijn bij colleges en dus mag er tijdens colleges niet worden getoetst. Maar wat moet ik dan? Toen ik zelf student was waren mijn medestudenten en ik ambitieus. We wilden iets bereiken in ons leven en iets veranderen in de wereld. We discussieerden met onze hoogleraren en wilden echt begrijpen hoe de dingen in elkaar zaten. Maar tegenwoordig zitten de meeste jongeren alleen maar te gamen en op sociale media. Voor de rest willen ze niks en doen ze niks. Elke week hebben mijn studentassistenten en ik een vragenuur, maar er komt vrijwel niemand. Laatst kwam er een student bij me langs. Hij was nog nooit bij een hoorcollege of vragenuur geweest, maar had drie keer het tentamen niet gehaald en dan moet je in Duitsland een afspraak maken met de docent voor een mondeling. De student vroeg of ik hem ter voorbereiding op het mondeling een paar uur privéonderwijs kon geven. De brutaliteit! Weet je, binnenkort ga ik met pensioen, het zal mijn tijd wel duren.’
Na afloop van het diner fiets ik door het donker naar huis. Ik moet denken aan Buddenbrooks, die prachtige roman over de opkomst en langzame neergang van een Duits koopmansgeslacht. Bevindt onze westerse beschaving zich in een fase van verval? Of verliest mijn collega gewoon de aansluiting met de jeugd? Verschilt de situatie in Nederland wezenlijk van die in Duitsland, of lopen we alleen vijftig jaar achter? Vooralsnog zie ik in Nijmegen zoveel talent en ambitie bij onze studenten dat ik weiger om mee te gaan in het pessimisme van mijn collega.
Lees alle columns van Frits Vaandrager
Een luie student schreef op 6 januari 2017 om 15:19
http://voxweb.nl/columns/boos
Wellicht lopen we niet achter maar is het een kwestie van welk type student we willen zien.