Exosfeer
Ik ben geslaagd voor mijn bachelor maar heb nog geen diploma, ga verhuizen maar heb nog geen kamer, begin aan een master maar heb nog geen zin. Kortom: ik zit in transitie. Transities zijn oersaai, als je het mij vraagt. Dit weekend was ik als transitie verkleed, op een ruimtefeestje. In een blauw-witte trui en met een wolk boven mijn hoofd was ik de exosfeer: de overgang van de atmosfeer naar de ruimte. Om mij werd niet gelachen. Behalve dan om het gat in de ozonlaag – de grote watervlek die ik op mijn trui had gemorst.
Toch zet deze transitie me aan het denken. Wie was ik in Nijmegen? Wat was Nijmegen voor mij? Ik denk aan drinken op kosten van de paus. Onze kleine faculteit heeft geld zat omdat de studie theologie aan het Vaticaan verbonden is, zo gaat het gerucht. Dat is oppassen voor docenten – één keer ‘God is dood’ en je staat op straat – maar genieten voor studenten. In mijn propedeusejaar dronken we de eerste tweehonderd liter van een feestje rooms-katholiek gratis.
Een hoogleraar politieke filosofie legde eens uit dat men in het Midden-Oosten elke dag één aalmoes geeft. Dan is de goede daad gedaan. Ik vraag soms aan de dakloze voor de Albert Heijn of ik wat voor hem kan meenemen. ‘Doe maar een Red Bull voor dertig cent’, vraagt hij dan bescheiden. Ik betwijfel of elke dag een blikje nep-Red Bull gezond is, maar als ik hem ooit nog zie, bied ik hem een kop koffie aan.
Tijdens mijn laatste jaar in Nijmegen reed ik door rood. In mijn eerste en in mijn tweede jaar deed ik dat ook al, maar in het derde jaar kreeg ik er een bekeuring voor. Toen ik een maand later nog steeds geen post van de politie had, belde ik om te vragen waar mijn bekeuring bleef. De agente aan de andere kant van de lijn vertelde me lichtelijk geïrriteerd dat het zes tot acht weken kan duren. We namen afscheid – doei, geen tot ziens – en de bekeuring is nooit gekomen.
Die bekeuring gaat nooit komen en ik moet mijn best doen om de kop koffie te onthouden. De paus gaat mijn bier nooit meer betalen – tenzij mijn master journalistiek me naar het Vaticaan brengt – en het gat in de ozonlaag is inmiddels opgedroogd. Ik ben geslaagd en begin aan een master. En ik ga weg. Morgen al, op vakantie. Daarna naar Amsterdam. De zomerfeesten mis ik ondertussen voor het derde jaar op rij. Per ongeluk of expres – misschien is dat wel mijn excuus om terug naar Nijmegen te komen.
Dit is de laatste column van Maarten van Gestel. Hij vertrekt naar Amsterdam voor een master journalistiek.
Lees alle columns van Maarten van Gestel