column

Flexwerken

13 dec 2012

Sinds kort werk ik op een ‘flexplek’. Als ik ’s ochtends op kantoor aankom, zijn de twaalf bureaus nagenoeg leeg. Er staat een monitor, een docking station, een muis en een telefoon. Geen opengeslagen boeken, geen gele briefjes met krabbeltjes, geen gebruikte koffiekopjes. Alles is opgeruimd, steriel, onpersoonlijk. Ik haal mijn kastje van het slot, pak er een paar boeken uit en kies een plek. Mijn binnendruppelende collega’s doen hetzelfde. ’s Avonds ruimt iedereen alles op. Laptops gaan mee naar huis. De volgende ochtend herhaalt de stoelendans zich.

Flexplekken zijn er bij de gratie van zogenaamde ‘flexwerkers’. Als veel medewerkers parttime werken, is het veel goedkoper om hen een bureau te laten delen. In 2011 kregen – in heel Nederland – nog maar 2000 mensen direct een vast contract in een nieuwe functie, tegenover 83.000 in 2010. Een spectaculaire daling. Het aantal tijdelijke contracten nam daarentegen enorm toe. Nederlandse professionals werken, zo voorspelt men, tot hun pensioen gemiddeld voor elf verschillende werkgevers.

Een flexibele arbeidsmarkt zou voordelen hebben. Afwisselend werk en volop kansen om je te ontwikkelen. Bedrijven met een ‘schil’ aan flexibele krachten kunnen bovendien gemakkelijker inspelen op wisselende marktomstandigheden. De mentaliteit die de markt van mensen vraagt, werkt echter ook door in de privésfeer. De ‘flexmens’ verkeert in een permanente staat van onzekerheid. Op korte termijn uit zich dat in: ik weet niet aan welk bureau ik morgen zit. Op langere termijn betekent het: ik weet niet waar ik over een jaar woon of werk. Daardoor stellen we plannen uit. De toekomst? Die begint later. Volgens de Amerikaanse socioloog Richard Sennett is het gevolg van deze houding dat mensen minder investeren in relaties die juist een lange-termijn commitment vergen. Denk aan het opbouwen van een gezin, het onderhouden van een goede vriendschap, of het doen van vrijwilligerswerk. Maar hoe erg is dat? Het punt is dat het mes bij zulke relaties aan twee kanten snijdt: ze dragen bij aan sociale cohesie in de samenleving en zijn voor veel mensen een bron van groot geluk. Toegegeven, de beschrijving van mijn nieuwe werkplek heeft nog een staartje heeft. Na verloop van tijd bleken mijn collega’s en ik toch steeds dezelfde werkplek te kiezen. Binnen de kortste keren had iedereen een ‘vaste flexplek’. Er verschenen plantjes en posters; iemand smokkelde een waterkoker naar binnen. En zonder dat we daarover afspraken hadden gemaakt, haalden we netjes om beurten koffie. De behoefte om je ergens thuis te voelen, om ergens te ‘wonen’, bleek diepgeworteld. De vraag is: hoe sterk moeten wortels zijn om te voorkomen dat een buigzame boom breekt?

Lees alle columns van Bregje van de Weijer

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!