Heilig
Ik heb er niet zoveel mee, met zo’n heiligverklaring. Als voormalig protestantse jongen heb ik dat natuurlijk ook bepaald niet met de paplepel ingegoten gekregen, integendeel. Wij hadden in de geloofsbelijdenis enkel een zinsnede over ‘de gemeenschap der heiligen’, wat voor mij op jeugdige leeftijd een licht opwindende connotatie had, maar daar bleef het dan ook bij. De vader en de zoon, daar kon je tot bidden, en dat was het dan. Niets Maria, niets heiligen. En afbeeldingen en relieken van anderen dan Jezus waren natuurlijk helemaal taboe.
Voormalig protestants schreef ik, want Onze-Lieve-Heer en ik zijn al lang geleden uit elkaar gegaan. Dat had met mijn kijk op de wereld te maken, die veel te rationeel was om in het mythische van een religie te kunnen geloven. Mijn training in de wetenschap maakte het ook niet gemakkelijker om iets onbewijsbaars als waarheid te aanvaarden. Ik heb dan ook met grote verwondering gekeken naar de wijze waarop op onze universiteit de heiligverklaring van Titus Brandsma werd ervaren.
Ik heb mij vooral afgevraagd wat Titus Brandsma er zelf van gevonden zou hebben, van het verhaal dat zijn voorspraak bij God, opgeroepen blijkbaar door een stukje van zijn habijt, in Amerika een ordebroeder van kanker zou hebben genezen – en dat hij daarom heilig zou zijn. In de kerkelijke hiërarchie een stapje omhoog van zijn zaligheid, maar zou hij dat zelf ook zo hebben ervaren? Brandsma’s zaligheid was gebaseerd op waargebeurde feiten, op zijn opstelling tegenover het nazisme en de Duitse bezetter en later op zijn optreden in concentratiekamp Dachau, waar hij ook overleed. Een voorbeeldig leven, dat met recht bekroond mag worden met een label als ‘zalig’, ook in de seculiere Latijnse betekenis van ‘troostend’, wat hij voor veel lotgenoten was.
Zijn heiligheid nu is gestoeld op een oncontroleerbare speling van het lot, een toevalstreffer – er genezen weleens vaker mensen op onverklaarbare wijze van kanker, ook zonder voorspraak, en er gaan er heel veel dood die ook tot Brandsma of anderen hebben gebeden – alleen maar toegeschreven aan onze voormalige rector omdat er naarstig gezocht werd naar een reden om hem heilig te verklaren.
Ware ik Brandsma, dan was ik veel liever zalig gebleven.
Lees alle columns van PH neutraal
Jan Ramakers schreef op 31 mei 2022 om 20:30
Voor dit wonder geldt hetzelfde als voor het godsbewijs: je kunt niet bewijzen dat god bestaat, evenmin als dat hij niet bestaat; je kunt evenmin bewijzen dat het wonder heeft plaatsgevonden als dat het niet heeft plaatsgevonden. Wat is erop tegen als mensen het onbewijsbare willen geloven? Ik geloof ook dat mensen gelijk zijn al kan ik dat niet bewijzen, net zomin als het tegendeel.