Huygensgebouw
Waarom doet de Nijmeegse bètafaculteit het zo goed? Hoe kan het dat de studentenaantallen al jaren groeien, dat de opleidingen grossieren in eerste prijzen in keuzegidsen, en dat de onderzoekers de ene subsidie na de andere binnenhalen? Mijn hypothese is dat de architectuur van het Huygensgebouw hierbij een cruciale rol speelt. Het is natuurlijk lastig om dit te bewijzen, maar het boek The Organization and Architecture of Innovation: Managing the Flow of Technology van Thomas Allen en Gunter Henn geeft wel ijzersterke argumenten. Thomas Allen, emeritushoogleraar aan het MIT, is onder andere bekend door de Allen curve: de frequentie van de communicatie tussen ingenieurs daalt exponentieel met het groeien van hun onderlinge afstand. Gunter Henn, een bekende Duitse architect, heeft onder meer het beroemde onderzoekslab voor BMW ontworpen en veel universiteitsgebouwen in Duitsland, Frankrijk en China.
Allen en Henn geven een overzicht van wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt hoe cruciaal zowel de organisatiestructuur als de indeling van de fysieke ruimte zijn voor de uitwisseling van kennis tussen wetenschappers en ingenieurs. Op basis van deze onderzoeksresultaten komen de auteurs met een aantal ontwerpprincipes. Wanneer je bijvoorbeeld wilt bereiken dat medewerkers van verschillende etages met elkaar communiceren dan is het belangrijk om brede, open trappenhuizen te hebben waar medewerkers elkaar kunnen tegenkomen en vides zodat ze elkaar kunnen zien en regelmatig herinnerd worden aan elkaars bestaan.
Een gebouw dat uitgebreid besproken wordt in het boek is de door Henn ontworpen huisvesting van de faculteit werktuigbouw van de TU München. Dit gebouw vertoont grote overeenkomst met ons Huygensgebouw: de instituten, collegezalen en restaurants van de faculteit liggen langs een overdekte “straat” die de ruggengraat vormt van het gebouw en doorkijk geeft naar de hogere etages. In een interview vertelt Joachim Heinzl, een van de hoogleraren van de faculteit in München, dat sinds de opening van dit nieuwe gebouw de instroom van nieuwe studenten consistent is gegroeid en dat de opleidingen ook gestegen zijn in de nationale rankings. “Students value the direct contact they have with professors and other teaching personnel, and give high marks to the street on which they meet other students and faculty all the time, and where they can talk and share ideas,’ aldus Heinzl. De quotes van Heinzl zijn letterlijk van toepassing op het Huygensgebouw!
Nu het Huygensgebouw door zijn succes uit zijn voegen barst moeten mijn collega informatici en ik deze zomer verhuizen naar Mercator, een gebouw dat, in de woorden van Allen & Henn, ‘seem[s] to have been designed to hinder the interaction of those who inhabit the space’ met ‘offices strung one after the other, in a linear fashion, along a corridor.’ Ik hoop dat het college van bestuur snel besluit tot de bouw van een extra vleugel in het Huygensgebouw, zodat we binnen een paar jaar weer terug kunnen verhuizen!
Lees alle columns van Frits Vaandrager
Het moet nog gaan leven in Mercator I | Vox magazine schreef op 10 september 2014 om 15:38
[…] per dag tegen’, zegt Frits Vaandrager, hoogleraar Informatica. Eerder schreef Vaandrager al een column voor Vox waarin hij met weinig genoegen uitkeek naar de verhuizing van zijn afdeling. Nu hij eenmaal […]