Imposter
Stan van Pelt werkte als onderzoeker bij het Donders Instituut, tot hij besloot het roer om te gooien en journalist te worden. Sinds 1 september is hij redacteur bij Vox. Stan heeft de portefeuille 'wetenschap' onder zijn hoede. Hoe kijkt hij nu tegen zijn oude werkveld aan? Deel 4 in een serie columns over de journalist versus de wetenschapper.
Toen ik in de eerste week van mijn stage bij de Volkskrant een wetenschapper ging interviewen, waarschuwde redacteur Maarten Keulemans: ‘Vergeet niet ook de simpele vragen te stellen!’ Anders heb je straks misschien wel een mooi verhaal over hoe je de cassave met ingewikkelde genetische modificatietechnieken ‘verbetert’, maar weet je niet waarom dat boeren niet lukt met klassieke kruisingsmethodes.
Het is zo’n beetje les één bij (wetenschaps)journalistiek: voorkom dat lezers met voor de hand liggende vragen blijven zitten na het lezen van een stuk. Zou je bijvoorbeeld een scheikundige interviewen die een kunstmatige cel from scratch wil bouwen, vraag dan ook waarom zo’n project jaren moet duren. Zoveel moleculen zitten er toch niet in een cel, kun je als leek denken. En: waarom zouden we dat überhaupt willen, zo’n kunstcel?
Het zijn goede, logische vragen. Toch moest ik ze me weer actief eigen maken in mijn rol als journalist. Als wetenschapper waren ze me afgeleerd, merkte ik. Een onderzoeker maakt juist indruk met de slimme vragen die hij of zij stelt, niet met de eenvoudige. Is een presentatie niet te volgen, dan laat je het wel uit je hoofd te vragen of een spreker een bepaalde theorie uitlegt. ‘Dat is textbook knowledge, dat liet cognitiewetenschapper Chomsky in de jaren zestig al zien’, heb ik wel eens vilein door de zaal horen vliegen.
Voor je het weet, ga je denken dat je de enige in het publiek bent die bepaalde kennis mist. Niet voor niets hebben juist veel studenten en promovendi last van een imposter syndrome – het onterechte gevoel eigenlijk niet geschikt te zijn voor het vak.
Als journalist leer je het snel af om te doen alsof je snapt wat iemand bedoelt met een vage uitspraak. Je komt er gewoon niet mee weg. Is de tekst niet al rood gekleurd na inzage door een geïnterviewde – ‘deze journalist heeft er niets van begrepen’ – dan meldt de chef of eindredacteur zich wel met een lijstje vragen ter verduidelijking.
Voor je het weet krijg je dáár weer een imposter syndrome van.
Lees alle columns van Stan van Pelt
Paul Voestermans schreef op 19 december 2019 om 11:45
Beste Stan, Wat zou het mooi zijn als in 2020 eens een goed verhaal wordt gemaakt over alle niches waar de cognitive & affective scientists hun eenzame strijd voeren voor een goede cognitieve en affectieve basis van gedrag dat naast individueel mede wordt aangestuurd vanuit de groep(en) waar mensen echt bijhoren en dat op basis van het (expressieve) lichaam dat we allemaal hebben: embodied social cognition dus.
De niches zijn (1) de UvA waar het zogenaamde SIF-model, het Skilled Intentionality Framework wordt toegepast om zo de omgeving relevant en gedetailleerd – van sociaal tot fysisch – een rol te laten spelen; (2) de RU waar social cognition in de visie van Marc Slors institutioneel zo verankerd wordt dat de sociale omgeving dient ter ondersteuning van individueel gedrag in groepen (hij zelf kan het vast toespitsen); (3) tilburg University waar Monica Meijsing met haar boek Waar was ik toen ik er niet was werkt een solide persoonsidee waarin de rol van het menselijk lichaam verdisconteerd is; (4) RUG waar André Aleman bewustzijn weer tot tegenspeler maakt van een te zeer overschat onbewuste; RU, emeritus hoogleraar Herman Kolk die vanuit zijn kennis van afasie en compensatietechnieken bij hersenbeschadiging in een interview zei: “ik ben op zoek naar ferm in de biologie gegrondveste opvatting over bewustzijn waarin de vrije wil kan bestaan naast onbewust gedrag. Ik heb het helemaal helder“. Misschien zijn er meer, maar dat wordt wel duidelijk als je op mijn voorstel ingaat.
Het zijn alle tamelijk naast elkaar bestaande onderzoekslijnen die heel goed samengebracht kunnen worden in een artikel dat de relevantie laat zien van cognitie en affect van mensen van vlees en bloed en ze tot meer maakt dan alleen een brein.
David Redeker (wetenschapsjournalist en communicatieadviseur) schreef op 19 december 2019 om 12:25
Goed geschreven Stan (en ook je stukken over de foto van het zwarte gat, bijvoorbeeld). Ik blijf het lastig vinden om de ‘domme’ vragen te stellen. Ik merk vaak dat onderzoekers als ik ‘simpel’ doe, hun allernieuwste wetenschap niet of in vage bewoordingen gaan uitleggen. Gelukkig kan ik als schrijvend journalist nog veel dingen nazoeken en het dan verwerken in de tekst. Bij live-radio en live-tv, bijvoorbeeld, kan dat niet.