Integer
In de Aula werd laatst een stukje opgevoerd: ‘Gewetenschap’, een theaterstuk, met daarna een discussie, over wetenschappelijke integriteit. Kon ik mooi iets voor Vox over schrijven, dacht ik. Allerlei onderwijs- en onderzoeksinstituutdirecteuren, hoogleraren en zelfs de rector waren op komen dagen op deze dinsdagochtend. Gezellig.
Maar die discussie, tja, die was een beetje …gecompliceerd? Behalve dat het moeilijk is te discussiëren met mensen van allerlei diverse vakgebieden (‘Oh, nee, wij hebben dat probleem niet, hmpf, wij doen dat zó!’), is het vooral lastig te discussiëren met mensen van heel verschillende rangen en standen. Om politieke redenen, bijvoorbeeld. Oké, ik heb soms de neiging de naïeve, in utopieën gelovende promovenda te zijn (‘Wetenschap zou zó moeten zijn!’), maar de laatste tijd wordt die meer en meer weggedrukt door de cynische, pessimistische bijna-klaar-promovenda (‘Ach, al die stomme dingen veranderen toch nooit, wat je ook probeert…’). Toch kreeg ik het gevoel dat ik hier béide persoonlijkheden niet in het openbaar kon laten spreken. Ik wilde bijvoorbeeld een gevalletje niet-integer aan de kaak stellen (daar ging de discussie tenslotte over), maar er zaten enkele hoge piefen van de desbetreffende onderwijs- en onderzoeksinstituten in de zaal. En sowieso, ik moest nog een contractverlenging zien te regelen. En misschien een nieuwe baan. Tja.
Naderhand liep ik door het bosje naast Spinoza, waar ik altijd heen ga om te denken. Kan dat eigenlijk wel, integer zijn, vroeg ik me af. In de wetenschap, op de universiteit? Ben ik integer, als ik met mijn hoofd op de universiteitsbibliotheek hang om open access te promoten, terwijl ik zelf helemaal niet open access kan publiceren, omdat daar geen budget voor is? Ben je integer als je uit alle tientallen taken die je bij je participanten hebt afgenomen, er slechts vier kiest om over te schrijven? En kun je eigenlijk wel integer zijn qua onderzoeksresultaten, als vrijwel alleen góede resultaten worden gepubliceerd? Ben je integer als niemand weet – omdat ze niet worden gepubliceerd – dat ook jij tien keer hebt geprobeerd een bepaald onderzoek te repliceren, zonder geluk? Is het dan jóuw schuld dat je misschien niet integer bent? En is het integer om iemand anders (je baas), iets anders (de wetenschap) de schuld te geven van jouw non-integriteit?
Is het integer om iemand een 10 te geven voor een scriptie, omdat je er zo’n lekkere affaire mee had? Is het integer om een iemand een 6 te geven voor een scriptie, omdat je dan tenminste van zijn gezeik af bent? Is het integer om iemand een baan te geven, omdat je nu eenmaal je vrouwenquotum nog niet hebt gehaald? En is het integer om een vacature online te zetten waarvoor je eigenlijk al iemand op het oog hebt, maar hé, die vacature moet nu eenmaal openbaar? Is het integer om ‘minder goede’ promovendi minder te begeleiden? Is het integer om dat toe te geven, maar er volgens niets aan te veranderen? En is het integer dat die promovendi vervolgens hetzelfde doen, maar dan met ‘minder goede’ studenten? Is het integer dat dit werd besproken in die discussie (hoewel openbaar, toch min of meer besloten) en ik het nu hier nog eens herhaal?
Ja, Merel, is het integer om over al deze dingen niks te durven zeggen tijdens zo’n discussie, met al die directeuren, hoogleraren, de rector? Maar om het dan wel op te schrijven in dat stukje voor Vox, dat voor eeuwig op internet blijft staan?
Ik weet het niet meer. Als jullie me zoeken, ik loop in het bosje naast Spinoza.
Lees alle columns van Merel van Goch