Je leert
Als je als eerstejaars door je ouders op de campus wordt afgezet voor de introductie, denk je dat je dit jaar zult leren over economie, over rechten, de relativiteitstheorie, De Vijftigers, Pavlov en zijn hond, of wat dan ook. Dat zal ook best, daar zorgt de universiteit wel voor. Maar het meeste van wat je leert, is van heel andere aard.
Je leert de weg te vinden op de campus. Je leert waar je de beste koffie kunt krijgen, of de goedkoopste. Je leert docenten kennen: leuke, maar ook niet leuke. Je leert dat je na je diploma niet meteen professor bent, helaas. Je leert hoe je waar moet printen en dat printen – ook al weet je hoe het waar moet – nooit zal lukken als je haast hebt. Je leert kritisch te zijn, te onderzoeken, te analyseren. Verbanden te leggen. Of het nu om wetenschappelijke theorie of om roddels gaat.
Je leert voor jezelf op te komen, je leert er te zijn. Door verhaal te halen bij een docent na een tentamenuitslag, door een medestudent aan te spreken op zijn gebrek aan inzet voor jullie groepswerkstuk, door een vraag te durven stellen in een hoorcollege. Je leert welke richting je later misschien op wilt – en welke absoluut niet.
Je leert mensen kennen, vrienden. Je leert hoe je de was moet doen. Bier drinken. Welke aardappels geschikt zijn voor stamppot en welke vooral niet. Welke kruispunten je ’s ochtends moet vermijden zodat je drie minuten langer in bed kan blijven liggen voor dat vrijdagochtendcollege. En vanaf hoe laat het CultuurCafé alcohol schenkt.
Nu weet je nog niet wat je komend jaar allemaal zult leren. Gelukkig maar. Maar kijk in juli volgend jaar eens terug, naar nu. Naar de essays die je in het eerste blok zal schrijven, naar dat witte shirt dat roze zal worden omdat je Radboud-hoodie per ongeluk ook in de machine zat. Naar de keren dat je te laat in een college zal verschijnen omdat je blijkbaar toch nog niet zo heel goed wist hoe elk gebouw heette. Naar de nazomeravonden met je mentorgroepbrusjes, in jullie zachte rode truien, en waar jullie het toen over hadden.
En weet: je leerde.
Lees alle columns van Merel van Goch