Katholiek
De Duitse geleerde en protestant Vincent Obsopoeus concludeerde dat zuipen met een katholiek geen zonde was. Integendeel. Het was 1536, nog maar 19 jaar nadat Luther zijn 95 stellingen op een kerkdeur in Wittenberg timmerde. Toch schreef Obsopoeus in zijn De arte bibendi (De kunst van het drinken) dat hij ‘meer vriendschap, openhartigheid, liefde en vriendelijkheid – ja, [zelfs] meer liefde – in een willekeurige paap’ vond, dan in veel protestanten. Vooral wanneer de roomsgezinde in de kroeg een rondje gaf.
Er was die oprisping in 1566 toen de Nederlandse protestanten de Mariabeelden uit de kerken Marie Kondooden. They didn’t spark joy. Een van onze hoogleraren fantaseert nog over herstelbetalingen aan de Stevenskerk, maar de calvinistische opruimwoede lijkt inmiddels vergeven en vergeten.
Beter nog, vier eeuwen na Gorcum en Naarden mag ik als noordelijke protestant gewoon op de loonlijst van de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen. De katholieken geven ons, voormalige beeldenstormers, zelfs een eigen universiteitspredikant. Dat is nog eens een genereus rondje.
‘Een waarlijk katholieke universiteit is een goede werkgever’
Collegacolumnist PH-Neutraal is ‘liever rijks dan paaps’. Ik snap wel dat sommige medewerkers en studenten fronzen bij de bestuurlijke inmenging van grijsaards in kazuifels die niet primair de wetenschap, maar een onzichtbaar Opperwezen dienen. Toen ik het boek Geroepen tot hoop las, van de Bossche bisschop Gerard de Korte, zag ik echter de voordelen in die katholieke identiteit van ons. Gek genoeg ben ik, als protestant en medewerker, gehecht aan ons verbond met de Moederkerk.
In Geroepen tot hoop gaat Mgr. De Korte uitgebreid in op de katholieke sociale leer en haar principes van medemenselijkheid en solidariteit. Werknemersrechten zijn een belangrijk onderdeel van de katholieke visie op de samenleving. Medewerkers aan Amerikaanse katholieke colleges beroepen zich dan ook op pauselijke brieven in hun verzet tegen besturen die tijdelijke docenten uitknijpen en vakbonden tegenwerken. Een waarlijk katholieke universiteit is een goede werkgever.
De waardering voor werkers is essentieel in encyclieken als Rerum novarum (1891) en Caritas in veritate (2009). Ook paus Franciscus pleit voor waardige en stabiele banen. Wat betekent dit voor ons, als katholieke universiteit? Een katholieke universiteit minimaliseert tijdelijke contracten, en maximaliseert het aantal vaste aanstellingen. Een katholieke universiteit beschermt het gezinsleven van medewerkers tegen onredelijke werklast. En een katholieke universiteit faciliteert geen schimmige constructies met promovendi voor een prikkie.
De geleerde Obsopoeus had al door dat de brave paap geen water bij de wijn doet. Onze katholieke identiteit is goed, maar ze is allesbehalve goedkoop.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman
Marc Colsen schreef op 24 september 2020 om 17:13
Uitstekend verhaal.