Vragenronde
We zaten in een stoffig zaaltje in Londen, want we hadden een congres. Iemand hield een lezing, maar toen kwam het: de vragenronde! De meest irrationele vorm van communicatie tussen wetenschappers die er is. Want de theorie is simpel: een beleefde uitwisseling van ideeën over het zojuist gebodene. Aanvullingen. Correcties. Maar de praktijk is anders. Niks ratio: apenrots!
De vragenstellers zijn vrijwel alleen de machtigen in het vakgebied, of degenen die op weg zijn het te worden. Er staat iemand op om een uitvoerig betoog te houden over haar eigen theorieën over een heel ander verschijnsel dan het zojuist behandelde. Een promovendus vraagt naar eigen tevredenheid waarom de allernieuwste statistische technieken niet zijn toegepast. Het hoofd van de afdeling heeft de hele tijd zitten slapen en vraagt iets wat twee slides voor het einde letterlijk aan de orde is geweest. ‘Wat een wonder’, mompelen zijn medewerkers. ‘De hele tijd slapen en dan zó’n scherpe vraag stellen.’
Maar de vragenstellers zijn niet alleen maar naarlingen. Naast de vraag uit ijdelheid is er ook de genadevraag. Niets is vervelender dan een lezing geven waarop geen vragen komen, en dus móét iemand zelfs na de onbegrijpelijkste lezing (de spreker is het Engels niet machtig en leest daarom de hele tekst van de voordracht toonloos voor, begeleid met onleesbaar kleine dia’s) minstens een vraag stellen of een opmerking te maken. Degene die dan zijn hand opsteekt en, enkel op basis van de titel van het betoog, een vraag weet te stellen is een held. Dat het antwoord vervolgens ook weer onbegrijpelijk is, interesseert niemand.
Waarom is precies het vragenrondje de apenrots van het wetenschapsbedrijf? Ik denk: omdat het van alle communicatie in de onderzoekspraktijk de meest geïmproviseerde is. Vraag noch antwoord kunnen worden voorbereid. Het vereist dus enige moed om een vraag te stellen, maar ook tact en inlevingsvermogen. En het is een kans om aan het woord te komen terwijl iedereen moet luisteren.
Dat is te verleidelijk. De wetenschapper is ook maar een rotsaap.
Dit is de eerste column van Marc van Oostendorp. Zijn column verschijnt voortaan tweewekelijks op voxweb.nl
Lees alle columns van Marc van Oostendorp
Eric Maris schreef op 20 januari 2018 om 18:42
Mooie column, en terechte punten!
Toch ga ik nu de vragenronde verdedigen.
Ik heb het een paar keer meegemaakt dat een spreker een punt probeerde te maken dat op logische, methodologische, of empirische (bestaande data) gronden te bekritiseren was (in sommige gevallen, zelfs overtuigend onderuit gehaald kon worden). Een scherp geformuleerde vraag, verwijzend naar de cruciale zwakte in de argumentatie, is dan een waardevolle bijdrage aan de lezing. En dat heb ik gelukkig meerdere keren kunnen meemaken.
Walter Bakhuis schreef op 7 oktober 2020 om 17:49
Ik heb per ongeluk geklikt op “Dit is niet ok”. Het is volgens mij niet mogelijk om dit ongedaan te maken met een muisklik. Daarom wil ik expliciet melden dat mijn klik op “Dit is niet ok” per ongeluk was. Excuses.