Klimaatconservatief
Natuurfilosoof Boris van Meurs legt een schoolliniaal voor de poort van Brakkenstein. ‘En hoe lang leeft de mens nu op de Aarde?’ Met een groep promovendi hadden we ruim anderhalf uur door Heumensoord gewandeld. De route van 4,6 kilometer stond door 4,6 miljard jaar geologische geschiedenis – één miljoen jaar per stap. Nu zijn we terug op ons startpunt. Dus hoe lang leeft de homo sapiens op de liniaal? Gids Van Meurs onthult het antwoord: 20 cm. De Industriële Revolutie, vertelt de natuurfilosoof, is net twee millimeter. ‘Maar zo’n klein stukje.’
Ik moet nog vaak terugdenken aan Van Meurs’ toer door de tijd. Het is niet te bevatten hoeveel eeuwen aan ons eigen bestaan zijn voorgegaan. Maar iets anders begrijp ik ook niet. Waarom is het klimaat een links-progressief thema geworden? Waarom zijn niet juist conservatieven de issue owners?
Dit moet ik uitleggen. In zijn boek How to be a Conservative schrijft Roger Scruton dat conservatisme uitgaat van één basisaanname, ‘een sentiment dat alle volwassen mensen zonder twijfel delen: het idee dat goede dingen makkelijk te vernietigen zijn, maar niet makkelijk te creëren’. Volgens de Britse filosoof zijn conservatieven bedachtzame types die instituties, tradities en ‘dingen’ niet zomaar omver willen werpen, want je weet niet wat je ervoor terugkrijgt. En soms hebben instituties, tradities en dingen onverwachte voordelen die je, na de destructie, enorm gaat missen. Iets met kind en badwater.
Van Meurs toonde dat alleen 4,6 miljard jaar aan geologische processen onze huidige, perfecte leefomstandigheden konden produceren. Sinds de laatste 2 millimeter op de liniaal vernietigen we die omstandigheden door broeikasgassen in de atmosfeer te pompen. Het recentste IPCC-rapport is luid en duidelijk over de gevolgen van de klimaatcrisis. Als we niet snel iets doen, maken we grote delen van de Aarde onbewoonbaar. Ook hier geldt: het goede was moeilijk om te maken, maar het is makkelijk om het te vernietigen.
Politieke agenda’s zijn geen noodzakelijkheden, leren we van politiek filosoof Mathijs van de Sande. Tijdens een avond van Radboud Reflects stelde hij dat partijprogramma’s ‘contingent’ zijn. Dat is filosofenjargon, vertaalt Van de Sande, voor ‘het had ook totaal anders kunnen zijn’. Zo was natuurbehoud vroeger juist een rechts en, ja, zelfs een fascistisch thema. Bomenknuffelaars droegen geen arafatsjaals en Ché-shirtjes, maar een bruin uniform.
Vrees niet. Ik ben een nette man van het midden. Politieke maïzena: geurloos, smaakloos, saai. Maar op één punt merk ik dat ik de afgelopen jaren radicaliseer: de opwarming van de Aarde. Gortdroge bossen zullen deze zomer weer in vlammen opgaan. Eilanden en rivierdelta’s verdwijnen onder de zeespiegel, en daarmee ook eeuwen aan beschaving, cultuur en erfgoed. Ondertussen is het nu op de Noordpool dertig graden warmer dan normaal.
Goede dingen zijn moeilijk te creëren, maar makkelijk af te breken, zo zag Scruton. Ieder volwassen mens zou zich daarom grote zorgen moeten maken. Noem mij een klimaatconservatief.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman