Morgen is het opnieuw Koningsdag. Net zoals veel mensen heb ik helemaal niets met het koningshuis, maar houd ik wel van een feestje. En laat Koningsdag daar nou net een hele goede reden voor zijn.

Bij ons in het dorp werd dat feestje afgelopen weekend al gevierd. Een beetje vroeg misschien, maar eigenlijk heel slim bedacht. Door het al een weekend eerder te vieren kwamen er veel meer mensen, nog niemand was naar de grotere steden vertrokken. Zo kunnen we op Koningsdag zelf nóg meer genieten van alle andere activiteiten.

Vroeger, toen we nog Koninginnedag vierden, was er bij ons in het dorp altijd een ‘versierde fietsenwedstrijd’. Alle kinderen waren al een week van tevoren hun fietsen aan het versieren en op de dag zelf fietsten we met z’n allen – volledig in kostuum – een rondje door het dorp. We verzamelden op het voetbalveld en na de prijsuitreiking lieten we ballonnen los.

Toen ik daar te oud voor werd, ging ik samen met vriendinnen op de vrijmarkt staan om onze spulletjes te verkopen. Om 6 uur ’s ochtends stonden we op om nog een goed plekje te kunnen bemachtigen. Aan het eind van de dag hadden we een opbrengst van zo’n 30 á 40 euro, toen een goudmijntje.

Inmiddels heb ik ook daar geen zin meer in en ga ik waarschijnlijk net als de rest van Nederland uren slenteren op de vrijmarkt, in de hoop toch ergens een pareltje te bemachtigen. Ook zal de tv eventjes aan staan, om te kijken wat de koninklijke familie dit jaar weer allemaal mocht beleven. Dit alles natuurlijk onder het genot van een échte oranje tompouce.

Hoewel ik dus helemaal niks heb met het koningshuis, brengt Koningsdag toch een bepaald sfeertje met zich mee. En dat vind ik stiekem best leuk.

Lees alle columns van Nathalie Elenbaas