Ljubljana
De keurige receptionist bood ons een lokaal gestookte Sloveense Heidelbeer-Schnapps aan (Brisnicni liker). Maar het eerste waar ik gisteravond echt naar verlangde na het inchecken in hotel Allegro, waar ik samen met Noortje ter Berg en Laurens Landeweerd, partners in crime voor de sportwetenschappelijke exercitie waarvoor ik op pad ben, was een plattegrond van Ljubljana. De behulpzame jongeman met schuimende Slavische ondertonen in zijn grammaticaal correcte Engels klapte het stadsplan van Laibach, zoals de Sloveense hoofdstad ten tijde van de Habsburgers heette, uit op de balie. En ging maar vertellen waar deze of gene historische bezienswaardigheid zich bevindt. Waarvoor mijn welgemeende dank. Maar waar ik eigenlijk naar op zoek was, zo maakte ik hem schoorvoetend duidelijk, waren die karakteristieke ovalen die het getrainde oog altijd in een oogwenk herkent op elke plattegrond van een noemenswaardige universiteitsstad: de atletiekbaan. En daar blijken er hier in Ljubljana welgeteld drie van te zijn. Dat is verduveld mooi. Behalve het vanmiddag samen met Noortje en Laurens vergaderen over een Nijmeegs-Ljubljaanse Radboud Honours Academy denktank over sport, moet er ook getraind worden door een der drie Nijmeegse afgevaardigden. Steller dezes dus. Vandaag om precies te zijn 12 x 400 meter ruim binnen de anderhalve minuut per rondje. Want de volgende maand staat het EK Duatlon (te Horst, of all places) op de rol: 15 kilometer hollen, 60 fietsen en ter afsluiting weer 7,5 km hollen. En dan is zo’n atletiekbaan in de cruciale vierde week voor de dag des oordeels haast onontbeerlijk. Ook voor de lange rustige duurloop van twee uur die morgen geabsolveerd gaat worden, heb ik overigens al een mooi groot bosachtig park op het oog. Met dank aan de hulpvaardige wijsvinger van de receptionist. Vanmiddag heb ik samen met Noortje en Laurens een alleraardigst – en zoals het hoort: interactief – college verzorgd voor de discipelen van Lev Kreft, sportwijsgeer van naam en faam en Sloveens contrapunt in de op te starten sportdenktank van bovengemiddeld gemotiveerde studenten van bont pluimage. Sport en human enhancement, dat zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid onze running gag worden. Nu moet ik dus even 12 keer een kleine halve kilometer knallen alvorens we zullen gaan evalueren aan een ongetwijfeld rijk gevulde Ljubljaanse dis. En dat op een godvergeten pak kleddersneeuw dat er uitgerekend moet liggen op het moment dat ik hier ben. Dat gaat zeer doen. Maar zoals Gert-Jan Theunisse, de grootste aller levende fietswijsgeren altijd grimlacht: ‘Pijn is maar een detail.’
Lees alle columns van Mark Merks