column

Maffia

20 mei 2021

Het is schokkend om te zien op welke schaal er wetenschappelijke fraude wordt gepleegd in sommige landen. Met name in China is door extreem hoge publicatiedruk en publicatiebonussen vooral aan academische hospitalen een bloeiende handel ontstaan in vervalste wetenschappelijke artikelen. Gespecialiseerde bedrijfjes verzinnen data, hergebruiken grafieken en afbeeldingen, en schrijven het geheel aan elkaar in clichématige publicaties, die ze handig door de peer review weten te loodsen.

Iraanse fraudeurs zijn dan weer gespecialiseerd in de handel in auteurschappen. Voor een paar honderd dollar staat je naam als mede-auteur op een publicatie van een andere wetenschapper, die vaak zelf ook een graantje meepikt. In Rusland zijn ze goed in het opvoeren van publicaties in neptijdschriften, of in het kapen van wetenschappelijke tijdschriften via nagemaakte websites die auteurs om de tuin leiden. Het zijn uitwassen van de doorgeschoten indicatorcultuur die ze van ons hebben afgekeken en tot in het absurde hebben doorgevoerd: wetenschappers en hun instituten afrekenen op ‘output’.

Je zou bijna medelijden krijgen met de onderzoekers die zich met corrupte middelen staande weten te houden in fnuikende bureaucratische regimes. Inmiddels heeft de fraude zich echter ontwikkeld op industriële schaal, met een omzet die op miljoenen dollars wordt geschat. Het is de georganiseerde misdaad van de wetenschap.

‘Dat moeten ze daar in China maar oplossen’, zei laatst een collega, maar wat doen we tot die tijd? De eerste berichten over deze Chinese paper mills kwamen al in 2010. Inmiddels is de wetenschappelijke literatuur vervuild met duizenden onzinpublicaties. Dankzij ijverige speurneuzen hebben we vooral van het biomedisch onderzoek een zorgelijk beeld: in ongeveer vier procent van de publicaties staan afbeeldingen waarmee is geknoeid, waarvan een flink deel door paper mills. Alle publicaties uit China, Iran en Rusland negeren zou natuurlijk absurd en discriminerend zijn, maar ik hoor wel eens suggesties in die richting.

Het merkwaardigste is wellicht nog dat de grote uitgevers garen spinnen bij deze wetenschapsmaffia. Als wetenschappelijke tijdschriften procedures en gespecialiseerde redacteuren moeten installeren om fraude te onderscheppen, zijn met name de grote uitgevers in staat om daarvoor de nodige investeringen te doen. Ze tuigen integriteitsteams op of ontwikkelen softwaretools en zien daarin een rechtvaardiging van hun royale oligopolieposities. Misdaad loont soms op onverwachte manieren.

Lees alle columns van Willem Halffman

1 reactie

  1. Sven schreef op 20 mei 2021 om 12:48

    En ondertussen dachten ze in Leicester dat publicatie-indicatoren een mooie meetlat waren om te bepalen wie er in een ronde ontslagen getroffen zou moeten worden (zie en steun: https://www2.uculeicester.org.uk). Als we stoppen met output-indicatoren te zien als op een of andere manier betekenisvol, dan valt de bodem onder dit soort maffia-praktijken ook weg. En daar kunnen wij mee beginnen: daar hebben we China, Rusland, of Iran niet voor nodig!

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!