column

Massamens en mensenmassa

21 nov 2012

Afgelopen zondag was het weer zo ver: de jaarlijkse vloedgolf van zo’n 30.000 meer en minder hard hollende medemensen die Nijmegen overspoelt tijdens de Zevenheuvelenloop. Voor pakweg 20 ranke voorvoetlanders van beiderlei kunne en Keniaanse dan wel Ethiopische komaf is het een echte wedstrijd in de zin van mogelijkerwijs op te strijken prijzengeld. En voor ruwweg nog zo’n 200 lieden die het hedentendage wel erg makkelijk toegekend predicaat ‘atleet’ krijgen, valt er potentieel ook nog wel enige eer te behalen in een zogeheten age-group. Zo viel Johan Luttenberg, de toploper van ons als 16e (van de 769!) geëindigde Radboud Institute for Science, Innovation & Society-team, met een tijd van 58.49 minuten  een ondankbare vierde plek in de leeftijdsgroep 60-65 ten deel. Maar goed, daarmee eindigde hij dan wel als 578e van de welgeteld 26.360 finishers. En als ik zelf nou wat harder had gelopen en als een vrouwelijke collega die ondanks haar bleke huid toch verdomd veel van een hinde heeft, niet geblesseerd was geweest, hadden we aardig in de buurt van het bedrijventeampodium kunnen komen. Maar goed, over naar de massamens. Je kunt zo’n bontgekleurde, doorgaans al snel amechtige verzameling bleekscheten badinerend bejegenen. Een beetje op de wijze van de afgelopen september overleden, rabiate psycholoog-filosoof Jan Hendrik van den Berg doet in zijn De Reflex (1973): ‘Slechts in een kleine groep, of in eenzaamheid, is leven te vinden. (…) In het gaan van de massa is geen richting te onderscheiden. De massa verplaatst zich onder elkaar. Wie het leven zoekt, gaat alleen. Hij verlaat de brede weg, die naar het verderf voert, en kiest het smalle, ongeplaveide pad, dat bij elke stap aandacht vraagt.’ Toch valt er wel een lansje te breken voor het lemmingenlegioen dat zonder een fractie van het talent van de gazelle-achtige Oost-Afrikanen  jaarlijks op de derde zondag van november sloten zweetdruppels plengt op de Nijmeegse en Groesbeekse dreven. Ieder loopt zijn eigen lied. De een is zo blij als een kind omdat hij na een jarenlang tranendal van morbide obesitas weer op het paadje is en die 15 kilometer toch binnen de alleszins ruime tijdslimiet heeft gehaald. De ander zou zich het liefst verhangen omdat hij die magische maar tegelijkertijd betekenisloze barrière van een uur weer net niet heeft weten te slechten. Hardlopen is doorgaans op zijn mooist in de pijnzame herfsteenzaamheid der belendende bossen. Maar eens per jaar is het wat mij betreft driewerf hulde luiden voor de Zevenheuvelende mensenmassa.

Lees alle columns van Mark Merks

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!