Mondeling
Promovendi worden geacht onderwijs te geven. Sta je dan, net klaar met je master, voor een lokaal vol studenten die álles willen weten over een onderwerp waar jij net zo veel over weet als zij. Maar gelukkig kun je daar cursusjes voor volgen, over hoe je onderwijs moet geven. Tijdens die trainingen moet je onder meer reflecteren op allerlei aspecten van het onderwijs dat je zélf hebt genoten. Wat was goed, wat niet? Wat neem je over, wat niet? Ben je een strenge docent, of juist meer een begeleider? Stuur je studenten aan, of laat je ze zelf sturen? Kers op de taart: wat zijn je drijfveren? (Dit zijn overigens allemaal termen waar ik ongelofelijke jeuk van krijg, maar daarover wellicht later meer.)
Het deed me denken aan mijn allereerste tentamen in het eerste jaar van mijn bachelor in Vlaanderen. Een mondeling. Vinden ze leuk daar. Je leert drie maanden lesstof uit je hoofd, wordt een zaaltje in geroepen, krijgt een paar minuten om de antwoorden op maar liefst twee (!) vragen voor te bereiden, en hopsa, daar zit je dan, tegenover die docent die je alleen kent uit de hoorcolleges waar je met honderden andere studenten tegen de slaap vocht. (Iets met een bruisend studentenleven.)
Nu was de docent die ik voor me had niet zomaar een docent. Nee, deze docent was geschorst geweest. Mocht geen mondelinge tentamens meer afnemen, vanwege zijn praktijken tijdens die mondelingen. En wie waren de eerste studenten waar hij ze weer bij af mocht nemen? Juist, wij. Hoezee.
De roddel ging dat deze docent tijdens een mondeling eens iets onbehoorlijks had gezegd tegen een meisje dat tegenover hem aan zijn bureau zat. Hij had haar gevraagd op te staan en een rondje om zijn bureau te lopen. Het getal dat zij liep, zou haar cijfer zijn. (Een nul, dus, hè. Een núl!)
De ochtend van die mondeling was ik zó zenuwachtig, dat was echt niet gezond. Heeft me zeker jaren van mijn leven gekost. (Dat, en dat bruisende studentenleven.) Goed. Ik mocht het zaaltje binnen. Mijn hart ging tekeer. Ik bedacht mijn antwoorden en werd naar voren geroepen. ‘Van Goch!’ Ik nam plaats. ‘Haha, u bent genoemd naar een schilder! Maar u hebt uw naam fout gespeld!’ Ehh. Wat? ‘Nee, Goch is een plaats in Duitsland, over de grens bij Nijmegen.’
En toen bedacht ik me dat die docent me helemaal niks kon maken. In het ‘echt’ veel kleiner leek dan in zo’n immense collegezaal, bovendien. Op dat moment wist ik nog niet dat ik ooit zou gaan promoveren (als me dat was verteld had ik dat overigens nooit geloofd – en al helemaal niet waarin ik dan wel zou gaan promoveren…) of college zou gaan geven op een universiteit, maar ik leerde wel alvast een wijze les. Zo’n man kan het misschien doen met bangmakerij, maar een meisje in bloemetjesjurk? Nee, een cursusje didactiek kan nooit kwaad.
Oh, en die mondeling? Totally nailed it.
Lees alle columns van Merel van Goch
Laag schreef op 17 oktober 2014 om 14:10
Dat is weer eens iets anders dan onder de tafel te gaan zitten en te zeggen: “Ik verlaag me tot jouw niveau”.