Natte handtekening
Naast de natte droom en de natte wind is er ook de natte handtekening. Die is het meest letterlijk te nemen van de drie. En de meeste frisse van het stel trouwens want het opdrogen laat gewenste sporen achter. Ook in het digitale tijdperk zijn namelijk nog ‘echte handtekeningen’ nodig: een handtekening gezet met een pen of vulpen. De ‘natte handtekening’ is als term ontstaan sinds de introductie van de elektronische en de digitale handtekening.
Het digitale tijdperk brengt verandering van taal maar ook van wetten en regels. Aan veel woorden en gebeurtenissen moet voortaan worden toegevoegd in welke wereld die zich afspelen. Want overlijden bijvoorbeeld kun je op twee manieren. Offline en online. Het offline overlijden geeft een stoffelijk overschot dat moet worden opgeruimd. Daar gaat de Wet op de lijkbezorging over. Het online overlijden geeft een onstoffelijk overschot. Vaak wordt dat niet opgeruimd waardoor je eeuwig online blijft voortleven. Want daar is geen wet voor.
Scheiden kun je ook offline én online. Het zorgt ervoor dat je voortaan weer als ‘ongehuwd’ door het leven kunt en opnieuw kunt trouwen. In het offline leven is bigamie (het getrouwd zijn met twee echtgenoten) of polygamie (het met meerdere partners tegelijkertijd getrouwd zijn) verboden. Online is het feit of je getrouwd of juist gescheiden bent veel minder relevant. Facebook controleert je relatiestatus niet, dus kun je die ongehinderd weer op ‘vrijgezel’, ‘ingewikkeld’ of ‘gescheiden’ zetten zonder dat er een rechter aan te pas komt. Met meerdere partners getrouwd zijn, is online geen enkel probleem.
Wetten en regels lopen achter bij de digitale realiteit. Intussen moet de rechter beoordelen of bepaalde wetsartikelen zijn geschreven voor de digitale situatie. Bijvoorbeeld in het Runscape-arrest. Daar ging het om het woord ‘goed’ in artikel 310 van het Wetboek van strafrecht dat diefstal strafbaar maakt: ‘Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.’ Het artikel stamt uit een tijd dat onder ‘goed’ nog sieraden of geld werd verstaan.
De rechter moest nu beoordelen of onder ‘goed’ een virtueel amulet en zwaard in de online game Runscape zou kunnen vallen. Een jongen van dertien jaar werd door twee andere jongens bedreigd met messen en na te zijn mishandeld heeft hij onder dwang zich aangemeld bij Runscape en een masker en amulet gedropt. Hierdoor konden de jongens zich het maskers en amulet toe-eigenen. Volgens de rechter kunnen ook virtuele objecten onderwerp van diefstal zijn.
In de taalontwikkeling is er ook nog het nodige werk. ‘Natte handtekening’ (bah!) vind ik niet echt een geslaagde innovatie van de taal. Als we dan woorden gaan verzinnen, dan hoop ik vooral op nieuwe woorden voor de digitale equivalent van het woord dat we al hebben. Dan houden we de ‘offline’ variant gewoon zoals die was. Een mooi voorbeeld daarvan is het woord ‘hacken’ (digitaal inbreken). Hacken is een Engels woord, dat is dan wel weer jammer.
Lees alle columns van Lucienne van der Geld