Netwerken
De voornaamste reden dat ik op dit moment deze column schrijf, is omdat een oud-collega, programmamaker en Vox-columnist Adriaan Duiveman, enthousiast was over de manier waarop ik schrijf en dit tegen de juiste persoon uitte. Feitelijk geldt dit voor bijna al mijn verschillende werkzaamheden op de universiteit. Als je naam eenmaal bij de juiste persoon bekend is, gaat de bal vanzelf rollen.
In de praktijk zie ik dus nu gebeuren wat ik eigenlijk in theorie al wist: we leven in een netwerkmaatschappij. Niet je kennis, maar je kennissen zijn de sleutel tot je droombaan. Zonder connecties en de juiste persoon op het juiste moment, loop je dikwijls achter de feiten aan. Is dat oneerlijk? Is een andere realiteit überhaupt mogelijk?
Netwerken is een vak apart en soms heeft de kunst van het netwerken weinig te maken met de vaardigheden en kennis van je beoogde vakgebied. Het is niet onlogisch dat dit studenten frustratie op kan leveren en dat het leidt tot vragen over waarom netwerken zo’n prominente rol heeft in ons werkzame leven. Is het een eerlijke manier om je kansen te vergroten of is het toch een soort van vies spelletje?
Niet iedereen begint op gelijke voet. Je familie bevindt zich in bepaalde kringen (of juist niet), hun relaties zijn praktisch gezien de basis van jouw netwerk. Mijn ouders werken op de universiteit en ik ben zeker niet de eerste student in mijn familie. Het helpt ook als je door je opvoeding en persoonlijkheid niet te terughoudend bent in het leggen van de contacten die er dus in beginsel al zijn.
Aan de andere kant is deze onschuldige versie van vriendjespolitiek ook gewoon de manier waarop de menselijke natuur werkt. Je gaat snel om met mensen die dezelfde dingen interessant vinden. Zo ontstaan bepaalde bubbels waarin bepaalde baankansen zich kunnen voordoen. Is het wenselijk en mogelijk om deze menselijke natuur buiten spel te zetten of te reguleren uit naam van eerlijkheid?
Wat hier natuurlijk de belangrijkste kwestie is, is het definiëren van wat we precies dan eerlijk vinden. Wat zien we als gelijke kansen? Dat iedereen precies dezelfde kansen krijgt of dat mensen verschillende kansen krijgen die wel goed bij ze passen? Hoewel we intuïtief wel weten wat we bedoelen als we hebben het over eerlijkheid of gelijke kansen, blijft het altijd van essentieel belang dat gevoel te kunnen onderbouwen. Hoewel het debat mij waarschijnlijk nog lang bezig zal houden, ben ik nu vooral enthousiast om te beginnen als columnist bij Vox!
Lees alle columns van Saar Boter