Neusfluit
Het zwarte gat van de cameralens staart me aan, ik ben mijn tekst weer kwijt, en mijn laarzen zuigen zich vast in de modder. Wetenschapscommunicatie brengt je als historicus op bijzondere plekken, zoals schoolaula’s vol gapende tieners, of muffige archiefzaaltjes met luisteraars die je verhaal nog bijna zelf hebben meegemaakt. Nu sta ik in de Noordoostpolder, op een boerenerf, in een vijver.
Ik vertel in de camera over het amfibische leven van onze voorouders, die veel meer dan wij voorbereid waren op overstromingen. Een kunstwerk zou tijdens dit historische verhaal worden ‘geactiveerd’, zo had de ontwerper achter de opnames bedacht. Het moment is daar. Achter me stapt kunstenares Maaike Fransen in het bruingroene water. Ze is het kunstwerk. Ze is een eendbootmens.
Of een mensbooteend? Of een eendmensboot?
De ganzen kwetteren in de verte. Dan zegt Fransen: ‘Ik heb mijn neusfluit meegenomen.’
Houd het dan nog maar eens droog.
Het kostuum van Fransen – een mix van duikerspak, opblaasboot en watervogel – is een conceptueel kunstwerk. De kunstenares en ik waren aan elkaar gekoppeld door een paar hippe ontwerpers en architecten. Voor de digitale Dutch Design Week maakten zij de reeks PolderTV. De serie werd ook uitgezonden op Omroep Flevoland, in de avondcarrousel. De kijkers in Dronten en Lelystad konden het zich dus een hele avond afvragen. Bootmenseend? Menseendboot?
In haar Diesrede betoogde hoogleraar Lotte Jensen onlangs dat we over disciplinaire grenzen heen moeten kijken. Wetenschappers moeten vooral doen waar ze elk goed in zijn, maar je kunt wel samenwerken. Sterker nog: multidisciplinariteit is noodzaak om onze complexe wereldproblemen op te lossen.
Met ingenieurs en klimaatwetenschappers praten mijn collega’s en ik nu over de verhalen die we vertellen over waterbeheer in Nederland, en hoe die geworteld zijn in ons verleden. Urgentie en nieuwsgierigheid maakt dat we, als bèta’s en alfa’s, aan elkaar snuffelen. Maar misschien is er nog een niet-wetenschappelijke discipline die we, zelfs als geesteswetenschappers, soms vergeten: de kunst.
Ik moet bekennen: ik ben niet zo van het conceptuele gedoe. Doe mij maar de oude meesters, en voor de afwisseling Mark Rothko of Sean Scully. Zo snel iets ‘installatie’ of performance heet, ben ik weg. Voor je het weet is er een neusfluit bij betrokken.
Toch denk ik dat Fransens conceptuele kunstwerk het amfibische leven veel beter duidelijk maakte dan ik. Mijn ouders belden me bezorgd op na de uitzending. ‘Wat is ze nou? Wat stelt dit nou weer voor?!’ Die vragen stelden veel vrienden me ook, maar dan schaterlachend.
Fransen had ze allemaal, peinzend of grinnikend, aan het denken gezet. Want als je moet leven tussen water en land, dan zijn de grenzen ook niet altijd duidelijk. Dat leer je van een booteendmens. Of menseendboot. Of eendbootmens.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman