On(w)aardig
Elke acht dagen wordt er in Nederland een vrouw om het leven gebracht, blijkt uit cijfers van kennisinstituut Atria. De vermoedelijke dader is bijna zes op de tien keer een (ex-)partner, aldus het CBS. Bij vermoorde mannen zijn de vermoedelijke daders meestal kennissen of (on)bekenden uit het criminele circuit. Tot zover de ijskoude en gruwelijke gegevens.
Maar lees en huiver verder. Een vrouw uit Beuningen – op een kwartiertje rijden van Nijmegen – overleed een aantal jaren geleden omdat ze door haar echtgenoot werd doodgemarteld. Deze zaak staat ook wel bekend als de Beuningse martelmoord. Als je strafrechtelijk veroordeeld bent voor de dood of mishandeling van iemand, heeft dit als consequentie dat je niet kunt erven van diegene.
De wet zegt namelijk dat je in die situatie ‘onwaardig bent om uit een nalatenschap voordeel te trekken’. De echtgenoot in de Beuningse marteldoodzaak kreeg geen celstraf, maar een tbs-maatregel opgelegd. Daardoor was hij naar de letter van de wet niet ‘onwaardig’. Onlangs maakte hij aanspraak op de erfenis van zijn vrouw. Algemene verontwaardiging en Kamervragen volgden. Inmiddels loopt er een hoger beroep van de familie van de vrouw om te verhinderen dat de man de erfenis krijgt.
De verontwaardiging biedt de familie van de Beuningse vrouw wellicht enige vorm van genoegdoening, maar de vrouw zelf is er niet mee geholpen. Of het te voorkomen was dat haar echtgenoot haar doodmartelde, weet ik niet. Maar dat een volgende man of vrouw onder het geweld van een partner gebukt moet gaan, misschien wel. Doordat we er rekening mee houden dat de bedreiging achter de voordeur kan zitten.
In coronatijd voerde de overheid de campagne ‘Aandacht voor elkaar’. Waarom kijken we niet altijd wat meer naar elkaar om?
Nieuwe Vox
Deze column is ook te lezen in de nieuwe Vox, die in het teken staat van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Je vindt het nummer in de bakken op de campus, of lees ‘m hier online.
L.J. Lekkerkerk (Hans) schreef op 31 december 2022 om 13:41
Dit lijkt me een typisch voorbeeld van een wet(gever) die niet met alle eventualiteiten rekening houdt (en ook niet kan of moet willen houden).
Hopelijk redeneert de rechter in hoger beroep in de geest van de wet en niet naar de letter.