Onzinnig
‘Ik moest een workshop geven,’ zei de succesvolle UMC-psychologe, ‘en ze vroegen wat ik nodig had. Dus ik dacht: stiften.’ Ze wees naar de grote emmer met kleurpennen vooraan. ‘Dat hoort erbij, toch?’ In het grachtenpaleis van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen zat ik in een bijeenkomst over ‘maatschappelijke impact’. Je kan het ook ‘valorisatie’ noemen, of ‘nut’. Het onderzoek van de psychologe had dat in ieder geval. Ze wist zowel beleidsmakers als het bredere publiek te bereiken. En, zo vertelde ze ons, elke wetenschapper moest zijn of haar onderzoek die impact geven.
Er volgden dia’s met modellen, stroomdiagrammen en concepten. Waren er nog vragen? Een van de deelnemers stak weifelend zijn vinger op. ‘Maar kan je ook wetenschap voor de wetenschap doen?’ sputterde hij. De psychologe peinsde even. ‘Ja, nou, ja, dat kan. Maar dan moet je kijken naar de impact outlook.’ Dat bleek een mooie term te zijn voor ‘dit onderzoek heeft ooit misschien toch nut voor belastingbetalers’.
De psychologe wilde de wereld oprecht beter maken met haar onderzoek, maar haar presentatie was vooral een drilcursus voor de valorisatieparagraaf van NWO. De beurzenverstrekker vraagt wetenschappers tegenwoordig om de maatschappelijke impact van hun onderzoek te verantwoorden. Zoals met elke bureaucratisering, bedachten ambtenaren en academici er administratieve hoepeltjes en ingewikkeld jargon voor. Moeilijkdoenerij. Maar de onderliggende vraag is wel degelijk legitiem: wat is de betekenis van jouw onderzoek?
‘De onderliggende vraag is legitiem: wat is de betekenis van jouw onderzoek?’
Die vraag speelt ook bij veel promovendi. De derdejaarsdip is berucht, en daar zit vaak een existentieel randje aan. Promovendi realiseren zich dat zelfs de leescommissie hun boek niet helemaal gaat lezen, of dat hun artikelen niet verder komen dan die paar onderzoekers in dezelfde niche. Op een verjaardagsfeestje stelt de belastingbetalende oom vervolgens de vraag waarop je eigenlijk geen antwoord hebt: ‘Maar wat hebben wij eraan?’
In hun boek Return to meaning proberen drie sociologen te begrijpen hoe wetenschappers omgaan met hun betekenisloosheid. Want, zo stellen de auteurs, veel academici weten heus dat ze publicaties produceren die niemand leest en wil lezen. En dat inzicht knaagt.
In een kwadrant met twee spectra – religiositeit-cynisme en instrumentalisme-narcisme – plaatsen ze negen rationaliseringen die wetenschappers gebruiken. Zo gelooft de incrementalist dat ze een steentje bijdraagt aan een onzichtbare kathedraal van de wetenschap, en dat dat ene steentje later heel belangrijk zal blijken. De carrièremaker ontleent haar identiteit aan de stappen op de statusladder van de universiteit. En de hedonist weet dat ze niets van waarde produceert, maar ze heeft er wel lol in.
Los van alle impactbombarie, is het goed om na te denken over je motivaties als beginnende wetenschapper. Onderzoek is zinnig, of kan je zinnig maken. Samen met de predikant van de Studentenkerk, Marieke Fernhout, organiseer ik daar binnenkort een workshop over. Ik heb al een emmer met stiften besteld.
Promovendi kunnen op dinsdag 7 juni van 17.00 uur tot 18.30 uur deelnemen aan de workshop ‘Onzinnig onderzoek?’ in de Studentenkerk. Tijdens deze workshop bespreken promovendi wat promoveren zinnig maakt. Voor meer informatie zie de site van de Studentenkerk.