Open Access
Elk jaar, zo rond de tweede week van het academisch jaar, heb ik vrijwel hetzelfde gesprek met de nieuwe lichting eerstejaarsstudenten, aan wie ik Academische Vaardigheden doceer. In die tweede week hebben ze voor het eerst zelf naar wetenschappelijke literatuur moeten zoeken. En dus komen de vragen…
‘Mevrouw, hoezo moet ik veertig dollar betalen voor zo’n artikel?’ ‘Waarom is er een paywall als ik thuis ben; waarom is die literatuur alleen hier op de uni gratis?’ ‘Waarom moet een pdf’je eigenlijk véértig dollar kosten?’ ‘Wetenschap wordt toch betaald met belastinggeld? Waarom kan ik die wetenschappelijke resultaten dan niet inzien?’ ‘Wat als ik een erge ziekte heb, dan kan ik dus geen objectieve academische artikelen opzoeken, zonder er voor te betalen?’ ‘Hoezo krijgt die uitgever al dat geld eigenlijk? Wat heeft hij gedaan? Hij heeft het onderzoek toch niet uitgevoerd?’
Goede vragen. Zulke goede vragen zelfs, dat niet alleen mijn eerstejaarsstudenten Academische Vaardigheden, maar ook universiteitsbesturen, bibliotheekdirecteuren en politici ze stellen. En wetenschappers, natuurlijk – laten we die vooral niet vergeten. De laatste jaren komt er meer en meer aandacht voor open access. Zo hang ik al drie jaar op de UB-ramen, ten behoeve van de universiteitsbrede open-access-campagne (lifetime preservation guaranteed, staat er naast mijn hoofd – da’s toch fijn, niet?). Meer en meer mensen zien dus het belang van open access in. Maar terwijl er flinke stappen worden gezet, wordt ook duidelijk dat er nog veel onduidelijk is, dat er nog veel stappen gezet moeten worden.
Wie moet de regels bepalen? Wie heeft nou eigenlijk waar precies belang bij? Hebben niet-open journals écht meer aanzien? Wat zijn impact factors eigenlijk waard? Wie moet open access fees betalen? En waarom zijn die fees er eigenlijk? Als we open access publiceren, omdat onze ouders moeten kunnen zien wat hun belastinggeld heeft opgeleverd, hebben zij daar dan eigenlijk wel iets aan, kunnen ze het wel begrijpen? Wie moet in dit hele proces de eerste stap zetten? Wat is er nodig, om dit te laten werken? Kun je als individu bijdragen – en zo ja, hoe dan?
Het beantwoorden van de ene vraag leidt – zoals in de wetenschap gebruikelijk is – tot oneindig veel meer vragen. Dit inzicht is voor mijn studenten is een goede les, die leidt tot kritische discussies. Discussies die nodig zijn, op verschillende lagen en in verschillende settings – en die op hun beurt hopelijk in acties om worden gezet.
Vandaag van 12.00 tot 14.00 uur is het (gratis) debat Open Access: Who Takes the Plunge? met onder andere collegevoorzitter Gerard Meijer. Meer informatie en aanmelden via Radboud Reflects.
Lees alle columns van Merel van Goch
Paul schreef op 20 oktober 2015 om 02:05
Ik zie het wel altijd op die ramen hangen, maar het is me nog nooit opgevallen dat jij dat bent!