Parochiaal
Dorian Schaap trekt de kraag van zijn jas omhoog. De universitair docent bestuurskunde en kosmopoliet voelt namelijk een gure wind over de campus waaien. Meer specifiek: over de global campus. Dat schrijft hij in een opiniestuk voor Vox. Het feit dat de SSHN niet meer elke internationale student een kamertje kan aanbieden, zo suggereert hij, is een teken van een ‘sluipende ontwikkeling’: de ‘internationaal georiënteerde, mondiaal relevante universiteit’ wordt een ‘naar binnen gekeerde, parochiale Radboud’.
Op dat verwijt van parochialisme bleef ik hangen. In het Engels betekent parochial zoiets als lokale navelstaarderij. Maar waar de parish in het Verenigd Koninkrijk verworden is tot een bestuurlijk niveau, is het Nederlandse ‘parochie’ bovenal een kerkelijke, rooms-katholieke term gebleven.
‘Misschien had “kerktorenpolitiek” hier beter gepast,’ analyseert Gian Ackermans, ‘want dat is niet verder willen kijken dan de horizon van het dorp.’ Ik spreek de kerkjurist en historicus op zijn werkkamer. De grijze muren van de Erasmustoren zitten er verstopt achter rijen met dikke, leren banden vol Latijnse glossen en Duitse schriftcommentaren. ‘Italianen noemen dat campanilismo,’ vervolgt Ackermans. ‘Het sentiment dat de jongens van het andere dorp niet op onze kermis mogen komen – laat staan naar onze meisjes kijken.’
De rooms-katholieke parochie is een groep gelovigen onder de hoede van een pastoor, als een schaapskudde met een herder. Die kudde en die herder zijn plaatsgebonden, erkent de kerkjurist. ‘Als je in de jaren vijftig in de Bloemerstraat opgroeide, dan wist je precies bij welke parochie je hoorde. En de buurjongen van twee straten verderop zat bij een andere.’
Maar dat een parochie ergens geworteld is, betekent niet dat ze naar binnen gekeerd is. Immers, parochies zijn nog steeds onderdeel van de wereldkerk. Ackermans: ‘Als katholiek kun je niet zeggen: we hebben aan onze eigen zorgen genoeg en met de rest van de wereld niets te maken. Parochieleden zijn met elkaar én op één plek verbonden en daar putten ze energie uit. Om vervolgens van daaruit hun blik op de wereld te richten.’
Die katholieke opvatting van parochialisme lijkt me een goede leidraad voor de Radboud Universiteit. Als wetenschappelijke instelling moeten – nee, kunnen – we ons niet afsluiten voor de wereld. Tegelijkertijd is de universiteit, net als een parochie, lokaal verankerd. Ons instituut is opgericht om Limburgse kompelkinderen en Brabantse boerendochters te verheffen, en dat moeten we niet vergeten. Want zonder die lokale wortels kan je de wereld niet dienen.
Zo bezien kan de Radboud Universiteit me niet parochiaal genoeg zijn.
Lees alle columns van Adriaan Duiveman
Dorian Schaap schreef op 22 juni 2023 om 12:59
Ja verrek, eigenlijk heb ik daar een anglicisme gebruikt! En mooi om te zien hoe veel er kan draaien om de vraag wat een ‘parochie’ (of eigenlijk gewoon een gemeenschap) precies inhoudt.
Of ik kosmopoliet ben weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik jarenlang aan internationale studenten, vaak overigens uit katholieke families, onderwijs heb gegeven en zag hoe door een buitenlandverblijf de luiken in hun ogen open gingen en hoe ze zich ontwikkelden. Door onderwijs, vast, maar vooral door samen te zijn met andere internationals en zich onder te dompelen in een totaal andere samenleving dan ze gewend waren. En ik leerde ook weer van hun perspectieven.
Ik sta volledig achter het emancipatieideaal waar deze universiteit op gebouwd is. Maar wie zou ik zijn om te zeggen dat alleen Brabantse en Limburgse kinderen verheven mogen worden?