column

Prijs

08 mei 2020

Stan van Pelt werkte als onderzoeker bij het Donders Instituut, tot hij besloot het roer om te gooien en journalist te worden. Sinds 1 september is hij redacteur bij Vox. Stan heeft de portefeuille 'wetenschap' onder zijn hoede. Hoe kijkt hij nu tegen zijn oude werkveld aan? Deel 6 in een serie columns over de journalist versus de wetenschapper.

Sinds vorige maand bevat mijn gereedschapskist een ‘gouden’ beitel. Het is een wetenschapsjournalistieke prijs voor de artikelen over neurowetenschapper Sebo Uithol, die in het zicht van de haven een grote Europese ERC-beurs – en mogelijk een verdere wetenschappelijke carrière – aan zich voorbij zag gaan.

Zo’n prijs is natuurlijk fijn als waardering – dat zal ik niet ontkennen – maar ik was ook blij dat het de problematiek over onzekere toekomstperspectieven van veel onderzoekers weer even onder de aandacht bracht.

Niet voor niets worden in de wetenschap juist grote beurzen als prijzen gezien. Soms zijn ze zelfs gewilder dan dé prijs: de Nobelprijs. Zo vertelde de directeur van het onderzoeksinstituut in Frankfurt waar ik ooit werkte mij dat hij liever een grote subsidie uit Brussel krijgt dan een medaille uit Oslo. Want aan de eerste is meer geld verbonden, waarmee hij onderzoek kan doen.

Dat beurzen voor onderzoekers van essentiëler belang zijn dan goede kritieken bleek ook in Uithols geval. Ondanks dat hij voor zijn aanvraag tot de laatste ronde reikte en lovende beoordelingen kreeg van externe beoordelaars, kwam zijn aanstelling op de universiteit abrupt tot een einde toen hij de beurs uiteindelijk net niet binnenhaalde.

Voor wie de wetenschappelijke wereld niet kent, klinkt dat vreemd: waarom zou je als instituut niet door willen met een veelbelovende onderzoeker? Het antwoord is simpel: als puntje bij paaltje komt gaat geld vaak vóór wetenschappelijke inhoud. Dat blijkt ook uit het feit dat Uithol van zijn instituut wél een aanvraag mocht indienen voor de ERC, maar een paar maanden later niet een voor een Vidi-beurs. Het verschil met de Europese subsidie? Vidi-aanvragers moeten op onze universiteit een vast contract krijgen, bij de ERC geldt die voorwaarde niet.

Om terug te gaan naar de journalistiek: daar halen journalisten weer liever een prijs binnen dan een beurs. Een subsidie van het Fonds bijzondere journalistieke projecten is natuurlijk hartstikke fijn – bijvoorbeeld om een bijzonder verhaalidee uit te werken – maar haalt het bij lange na niet bij een Tegel of Pulitzer. De toekenning daarvan levert eeuwigdurend respect op. Het verhaal staat voorop, niet het geld.

Geld binnenhalen, daar gaan binnen een krant heel andere mensen over dan journalisten. De marketingafdelingen die advertenties en abonnementen verkopen zijn ook strikt gescheiden van de redacties. Zo bewaken de kranten hun journalistieke onafhankelijkheid. Journalisten, die laten ze vooral doen waar ze goed in zijn: artikelen schrijven.

Ik weet dat wetenschappers dat laatste ook het liefste doen. Misschien komt er ooit een moment dat geld en inhoud ook in de wetenschap net als in het verleden meer losgekoppeld zijn – en onderzoekers blijer zijn met een Nobelprijs dan met een ERC Advanced Grant.

Lees alle columns van Stan van Pelt

1 reactie

  1. Ruud Abma schreef op 15 mei 2020 om 08:01

    En zo lopen wetenschappelijke instituten jong talent mis. Toch gefeliciteerd met de gouden beitel, Stan. En blijf wrikken…

Geef een reactie

Vox Magazine

Het onafhankelijke magazine van de Radboud Universiteit

lees de laatste Vox online!

Vox Update

Een directe, dagelijkse of wekelijkse update met onze artikelen in je mailbox!

Wekelijks
Nederlands
Verzonden!