Proefkonijn (2)
Mond houden en ziek worden, dacht ik bij mezelf. Dat lukte aardig. Rond half één begon de endotoxine, het gemodificeerde griepvirus, te werken. Wat begon met een zwaar hoofd, werd al gauw een alom aanwezige koppijn, gecombineerd met koude rillingen en misselijkheid. Mijn schuldgevoelens over mogelijk obstrueren van het onderzoek ebden in rap tempo weg en na een tijdje kwam ik er tot mijn opluchting achter dat – als ik me in een bepaalde houding nestelde, met mijn ogen dicht en zonder te bewegen – het ziek zijn nog wel te doen was. Prima onderzoekje, dacht ik nog eens. Tot ik op de klok keek. Na een tijdje zwijgzaam te hebben geleden in foetushouding, vermoedde ik dat het ziek zijn wel bijna klaar zou zijn. Half drie dacht ik dat het was, of drie uur. Maar niets bleek minder waar. Er waren slechts tien minuten verstreken, aldus mijn oude Casio. Het was pas kwart over één. Nooit ging de tijd zo langzaam. Het ergste moest echter nog komen – letterlijk en figuurlijk. Rond half twee moest ik plassen als een olifant. ‘Zuster, ik moet plassen als een olifant’, zei ik naar goed gebruik. ‘Dat kan’, zei zij, maar ze begeleidde me niet naar het toilet. M’n bed mocht ik immers niet uit, niet met al die infusen en hartmonitoren en saturatiemeters. In plaats daarvan deed de zuster mijn gordijntjes toe en gaf ze me een plastic fles. ‘Laat maar weten als je klaar bent, knul.’ Geen probleem, dacht ik, ik plas overal. De zoveelste misvatting. De eerste keer lukte het niet, de tweede keer lukte het niet en de derde keer lukte het niet. Uiteindelijk kreeg ik het om half vijf voor elkaar. Negenhonderd milliliter, mét afdruppelen. Ik sloeg met mijn groten oren en trompetterde tevreden. ‘Alsjeblieft, zuster. Het is gelukt.’ Tegen de tijd dat mijn blaas was geleegd, zat het onderzoek erop. Het griepvirus was uitgewerkt, mijn infusen werden verwijderd en ik werd klaargemaakt voor vertrek. De magische envelop kwam te voorschijn. ‘Sjors, tel je even mee?’ Ik telde acht briefjes van vijftig – jezus de preses. Eenmaal thuis deed ik ze in een waaier, liet ik ze regenen en maakte ik selfies met mezelf als Tupac. Het verloop van de dag was ik allang vergeten. Vierhonderd euro! En dat voor een dagje ziek zijn.
Lees alle columns van Sjors
Students as guinea pigs | Pearltrees schreef op 18 oktober 2013 om 16:26
[…] Proefkonijn (2) […]