Pubfood
Het zal niemand zijn ontgaan dat de afgelopen tijd Pluvius met straffe hand regeerde. Zo zegen we afgelopen zondag zeiknat neer in eetcafé Notting Hill. ‘Waar je kunt genieten van simpele, heerlijke en betaalbare gerechten’, aldus de website. Om de ‘scherpe prijs en kwaliteitsverhouding, verse en seizoensgebonden producten te garanderen’ is er een driewekelijks wisselende kaart. ‘Waarbij de toppers rundercarpaccio, biefstuk met grote frieten en fish & chips niet ontbreken op het met de handgeschreven menu op ouderwets schoolbord.’
Met ijskoude bovenbenen zitten we ergens achterin de pijpenla aan het Kelfkensbos. Aan de ene kant geflankeerd door een goed geconserveerde moeder in kek trainingspak die na een doorregende tennismiddag tegen de dames van het Zuid-Limburgse Simpelveld met haar dochter en schoonzoon een vorkje prikt. ‘Jullie denken er tenminste aan dat het moederdag is. Van de rest heb ik weer niks gehoord.’ Aan de andere kant probeert een kale muzikant in bloemetjespak, die zojuist hiertegenover in het Valkhofpark heeft opgetreden op de totaal verregende Dag van het Levenslied, zijn mooi bewerkte alt-sax veilig te stellen.
Ze afficheren zichzelf als ‘intiem Frans’. In onze ogen is Notting Hill echter een knusse Engelse pub, gelukkig zonder kwijlebal Hugh Grant maar mét mooie Nijmeegse kunst aan de muur. Onder meer een vogel op een blikje tomatenpuree met takjes erin. Of anders een aardige zeefdruk van een zekere Frank Bezemer van het toentertijd aan de Priemstraat residerende kunstenaarscollectief De Olifant uit 1989, het jaar waarin ik afstudeerde en waarin het kengetal voor Nijmegen nog 080 was.
We turen naar het krijtbord. Schappelijk zijn de prijzen zeker. Voor twee tientjes kun je hier in drie gangen aan je gerief komen. Bijvoorbeeld door een krachtige en uiterst goed bij het vigerende weertype passende Tom Kai-soep met kip, limoen en kokos weg te slurpen. Of anders door een mooi opgemaakt filodeegbakje met veldsla, geitenkaas, tomaatjes, paprika en avocado (hoezo streekgebonden?) en zoete dressing te vermalen. Onze magen herkennen pubfood.
De als topper aangekondigde biefstuk is een modale enigszins bloedeloze middenmoter. De vega-risotto met pesto, seizoensgroente en (alweer!) geitenkaas heeft wat meer allure en beet, maar is helaas slordig op het bord gekwakt. De cheesecake met rood fruit is een prima huisvlijterig vierkantje monchoutaart op koekkruimels, zoals ik dat in 1989 zelf ook maakte. Het cakeje met bosbessen en kokos midden in een cirkeltje amandelsaus is lekker warm en sappig. Notting Hill biedt alleszins acceptabel pubfood voor een zachte prijs.
Lees alle columns van Ron Welters