Rood potlood
In een vorig leven vond ik het nóg veel leuker, maar ook nu blijft verkiezingstijd toch een vierjaarlijks hoogtepunt in mijn bestaan. Heerlijk vind ik dat, om te kijken wat al die partijen ons nu weer beloven. Het leukst zijn natuurlijk de splinters, die, gespeend van ieder realisme, echt met de wildste voorstellen kunnen komen. Zo beweert het onvolprezen Jezus Leeft dat door te kiezen voor diens naamgever alles beter wordt – inclusief het genezen van zieken, wat best handig is in deze coronatijd (maar wat dan wellicht ook weer impliceert dat zij die alsnog ziek zijn, blijkbaar niet voor Jezus kiezen). En we hebben natuurlijk de Feestpartij, die iedere Nederlander 10.000 euro wil geven – een belachelijk plan natuurlijk, tot je bedenkt dat Rutte ons enkele jaren terug nog een tiende van dat bedrag voorhield. Maar liefst 37 partijen dingen naar onze stem – negen meer dan vier jaar terug.
En het aardige is dat het elke vier jaar weer lijkt alsof er een dikke streep onder het verleden wordt gezet. Schitterende beloftes worden ons voorgehouden – alsof het niet precies dezelfde partijen met voor een groot deel dezelfde mensen zijn die ons de laatste decennia bestuurd hebben. Partijen die medeverantwoordelijk waren voor de heksenjacht bij de toeslagenaffaire roepen nu om het hardst dat de overheid haar burgers fatsoenlijk moet bejegenen en buitelen over elkaar heen in hun afkeer van institutioneel racisme – vanaf 2021 blijkbaar. Verschillende partijen ronken dat ze van het leenstelsel voor studenten af willen – partijen die eerder net zo gemakkelijk voor afschaffing van de basisbeurs stemden. En er moet natuurlijk überhaupt weer meer geld naar onderwijs – volgens dezelfde partijen die jarenlang bezuinigingen op dit beleidsterrein hebben gesteund.
Ik ben daarom, buiten dit amusementsgehalte, eigenlijk nooit zo geïnteresseerd in de verkiezingsprogramma’s. Ik kijk liever naar wat partijen de afgelopen vier jaar hebben neergezet. Dat geeft, hoewel resultaten uit het verleden ook hier geen garantie zijn voor de toekomst, een heel wat betere indicatie voor de toekomstige opstelling dan de vaak wat gemakkelijke beloftes in de programma’s. Maar het maakt een keus, zeker voor iemand die het (hoger) onderwijs een warm hart toedraagt, niet bepaald gemakkelijker.
Lees alle columns van PH neutraal