Scandinavië
‘Maar wat zou je dan willen? Als het… fout gaat, zeg maar? Hoe zie je dat voor je?’ Daphne is op weekendverlof. Ik duw haar vooruit in haar rolstoel. Rondje om het UMC. ‘Niet dat ik er vanuit ga dat het fout gaat, hè? Begrijp me niet verkeerd: alles komt gewoon goed. Maar omwille van het gesprek: stel dat je doodgaat. Wat dan?’
Daphne knikt instemmend. ‘Ja, nee, snap ik. Tsja, wat dan… Poeh.’ Hoewel Daph en ik d’r ziekte altijd een beetje bagatelliseren en met humor de tijd doorkomen, is de sfeer toch een beetje gekunsteld. Zelfs wij kunnen dit niet weg relativeren.
‘Hm. Ja, ik wil in ieder geval gecremeerd worden. En ik wil sowieso een mis in de kerk. Niet dat ik geloof – als God bestaat is het wel echt een zak. Maar stel, stél dat-ie bestaat, dan wil ik een mis. Voor de zekerheid.’ Ik moet lachen, ondanks dat ik een hekel heb aan de ‘als-God-bestaat-dan-is-ie-een-zak’-opmerking. Een mis voor de zekerheid. Het klinkt eigenlijk heel logisch.
‘En zal ik daarna dan op de motor naar het noordelijkste puntje van Scandinavië rijden om je as uit te strooien over één of ander meer? Of vind je dat niks?’ Daphne rolt met haar ogen. ‘Wat de fuck moet ik nou weer in Scandinavië, Sjors? Ik ben daar nog nooit geweest! En je kunt niet eens motorrijden!’ Ik kijk besmuikt. ‘Maar dat kan ik toch léren? En dat hoor je best vaak hoor, dat mensen zulke dingen doen.’ Daphne is niet te vermurwen. Scandinavië is een no go. Veel te koud.
Tegen de tijd dat we terug zijn hebben we alles doorgesproken. Wel een crematie, géén testament en een borrel in plaats van een koffietafel. Het is gelukt, denk ik bij mezelf. Tot we gaan slapen die avond. Daphne breekt. Tranen met tuiten. Ze wil nog helemaal niet dood.
Lees alle columns van Sjors