Seksbuddy
Het succesvol managen van de coronacrisis heeft niet alleen met een vaccin en/of medicijn te maken. En ook niet alleen met de anderhalve meter afstand en andere maatregelen. Communicatie is net zo belangrijk om de crisis te bedwingen. En die communicatie loopt – best begrijpelijk – niet altijd even vlekkeloos.
Neem nou bijvoorbeeld de seksbuddy. Op de site van het RIVM stond onder ‘Coronavirus en seksualiteit’ het advies bij voorkeur met één en dezelfde persoon af te spreken. “Bijvoorbeeld een knuffelmaatje of ‘seksbuddy’, mits u klachtenvrij bent. Maak met deze persoon ook goede afspraken hoeveel andere mensen u beiden ziet. Hoe meer mensen u ziet, hoe groter de kans op (het verspreiden van) het coronavirus”.
Er ontstond ophef over het advies van het RIVM. Ook bij mij. Want ik had het niet goed gelezen en dacht dat iedere Nederlander zich moest beperken tot één seksbuddy of knuffelmaatje. Maar bij tweede lezing bleek het alleen singles te betreffen. Gelukkig, mensen in een relatie mogen wél wisselende seksuele contacten hebben. Fijn dat Jaap van Dissel zo ruimdenkend blijkt te zijn.
Er ontstond natuurlijk meteen een wild idee in mijn hoofd. Voor een coronasekscontract welteverstaan. Maar voor ik goed en wel kon beginnen om het contract op te stellen was door alle ophef het advies van het RIVM inmiddels gewijzigd; de woorden seksbuddy en knuffelmaatje komen niet meer terug in het nieuwe advies. Als reden wordt gegeven: “Het lijkt nu alsof wij het nemen van een seksbuddy willen stimuleren, maar dat is absoluut niet het geval.”
Hadden ze hier niet even mee kunnen wachten tot we weer een persconferentie achter de rug hadden? Ik had me namelijk zo enorm verheugd op de doventolk die het woord ‘seksbuddy’ zou moeten vertalen.
Lees alle columns van Lucienne van der Geld